Operation Manual
3. Kies een naam voor het project. Standaard wordt de naam van de hoofdmap gebruikt als projectnaam.
4. Ga als volgt te werk:
CS5: Kies in het menu ActionScript-versie het type project dat u wilt maken: ActionScript 3.0 of ActionScript 2.0. Klik vervolgens op
Project maken.
CS5.5: Als u een nieuw Flash-document wilt maken als onderdeel van het project, schakelt u het selectievakje Standaarddocument
maken in. Kies vervolgens een Player- en ActionScript-versie voor het standaarddocument. Als u klassen wilt maken op basis van
sjablonen, selecteert u de sjabloonversie die u wilt gebruiken.
Flash Professional voegt het project toe aan het menu Project en in het deelvenster Project wordt de inhoud van de door u opgegeven
hoofdmap weergegeven.
Flash leest de directory van de map die u aanvankelijk hebt gekozen. Als u een andere directory wilt gebruiken, maakt u een ander project.
Een snel project maken
In het deelvenster Project kunt u snel een project maken op basis van het geopende FLA-bestand. Wanneer u een snel project maakt, worden de
projectinstellingen automatisch bepaald op basis van de maplocatie en de ActionScript-versie van het huidige FLA-bestand.
Selecteer Snel project in het menu Project.
Flash maakt een project waarbij het actieve FLA-bestand als het standaarddocument wordt gebruikt. Het snelle project krijgt de naam van het
FLA-bestand.
Als u het snelle project wilt verwijderen, verwijdert u dit uit het menu Project.
U kunt meerdere snelle projecten maken.
Opmerking: Als u een snel project maakt van een FLA-bestand dat is opgeslagen in de hoofdmap van een ander project, verandert de naam
van het andere project in de naam van het FLA-bestand en wordt het FLA-bestand ingesteld als standaarddocument.
Bestaand project openen
1. Selecteer Venster > Andere deelvensters > Project (CS5) of Venster > Project (CS5.5) om het deelvenster Project te openen.
2. Selecteer Project openen in het pop-upmenu Project in het deelvenster Project.
3. Navigeer in het dialoogvenster Bladeren naar map naar de map met het project en klik op OK.
Opmerking: In Flash Pro CS5.5 kunt u Flash Builder-projecten openen in het deelvenster Flash Pro-project. Aan het project moeten in Flash
Builder de Flash Professional-kenmerken zijn toegewezen. Flash Builder kan ook Flash Pro-projecten importeren. Wanneer een project in beide
toepassingen geopend is, worden in de ene toepassing aangebrachte wijzigingen automatisch doorgevoerd in de andere toepassing. U kunt geen
Dreamweaver-projecten openen in het deelvenster Project van Flash Professional.
Project sluiten
Selecteer Project sluiten in het optiemenu van het deelvenster.
Een project verwijderen
1. Open het project dat u wilt verwijderen.
2. Selecteer Project verwijderen in het optiemenu van het deelvenster.
3. Selecteer hoe u het project wilt verwijderen:
Verwijder het actieve project uit het deelvenster Project.
Verwijder het actieve project uit het deelvenster Project en alle opgeslagen bestanden uit de projectdirectory. Zo verwijdert u de gehele
map met bestanden.
Flash Professional verwijdert het geselecteerde project uit het deelvenster Project.
Opmerking: Alleen CS5.5: wanneer u de projectbestanden van de schijf verwijdert, kan het project niet worden geopend in Flash Builder.
Eerdere projecten omzetten naar de nieuwe projectindeling
In oudere versies dan Flash Professional CS4 gebruikten projecten een XML-bestand met de bestandsnaamextensie .flp, bijvoorbeeld
mijnProject.flp. Als u projecten wilt gebruiken die zijn gemaakt in eerdere versies van Flash, moet u het oude project omzetten naar de nieuwe
indeling.
1. Selecteer Venster > Andere deelvensters > Project (CS5) of Venster > Project (CS5.5) om het deelvenster Project te openen.
2. Selecteer Project openen in het pop-upmenu Project in het deelvenster Project.
3. Navigeer in het dialoogvenster Bladeren naar map naar de map met het FLP-bestand en klik op OK. Zo geeft u deze map ook op als de
hoofdmap van het omgezette project.
De inhoud van de opgegeven map wordt weergegeven in het deelvenster Project.
Video's en lesbestanden
De volgende bronnen bieden aanvullende informatie over het werken met projecten.