Operation Manual
Uitvoeren als
Windows-installatieprogramma
Naam
Versie
Toepassings-id
Beschrijving
Copyright
Vensterstijl
Rendermodus
Profielen
Opgenomen bestanden
Het type pakket dat wordt gemaakt.
AIR-pakket - er wordt een standaard AIR-installatiebestand gemaakt dat ervan uitgaat dat de AIR-runtime afzonderlijk kan worden
gedownload tijdens de installatie of dat deze al is geïnstalleerd op het doelapparaat.
Mac-installatieprogramma - maakt een volledig Macintosh-installatiebestand.
Toepassing met ingesloten runtime - maakt een AIR-installatiebestand dat de AIR-runtime bevat, zodat de gebruiker verder niets hoeft te
downloaden.
Selecteer deze optie om een specifiek Windows-installatiebestand (.exe) te maken in plaats van een
platformonafhankelijk AIR-installatiebestand (.air).
De naam van het hoofdbestand van de toepassing. Wordt standaard ingesteld op de naam van het FLA-bestand.
Optioneel. Geeft een versienummer voor de toepassing op. Heeft als standaardwaarde 1,0.
Identificeert uw toepassing met een unieke id. U kunt de standaard-id zo nodig wijzigen. Gebruik geen spaties of speciale tekens
in de id. De enige geldige tekens zijn 0-9, a-z, A-Z, . (punt) en - (afbreekstreepje), van 1 tot 212 tekens lang. Wordt standaard ingesteld op
com.adobe.example.toepassingsnaam.
Optioneel. Hiermee kunt u een beschrijving van de toepassing invoeren, die in het installervenster wordt weergegeven wanneer de
gebruiker de toepassing installeert. Is standaard leeg.
Optioneel. Hier kunt u een auteursrechtbericht invoeren. Is standaard leeg.
Hiermee kunt u opgeven welke vensterstijl (of chroom) u voor de gebruikersinterface wilt gebruiken wanneer de gebruiker de
toepassing op zijn of haar computer uitvoert. U kunt Standaardchroom opgeven (de standaardinstelling). Dit verwijst naar de standaard visuele
vensterstijl die door het besturingssysteem wordt gebruikt. U kunt ook Aangepast chroom (ondoorzichtig) of Aangepast chroom (doorzichtig)
opgeven. Selecteer Geen als u de toepassing zonder standaardchroom wilt weergeven. Standaardchroom omringt de toepassing met de
standaardvensterbesturingselementen van het besturingssysteem. Met Aangepast chroom (ondoorzichtig) verwijdert u het standaardchroom en
kunt u uw eigen chroom voor de toepassing maken. (U maakt het aangepaste chroom rechtstreeks in het FLA-bestand.) Aangepast chroom
(doorzichtig) lijkt op Aangepast chroom (ondoorzichtig), maar hierbij worden mogelijkheden voor doorzichtigheid toegevoegd aan de randen van de
pagina. Hierdoor kunt u toepassingsvensters maken die niet vierkant of rechthoekig van vorm zijn.
Hier kunt u de methode opgeven waarmee de AIR-runtime grafische inhoud rendert. U kunt de volgende opties kiezen:
Automatisch - de snelste renderingmethode op het hostapparaat wordt automatisch gedetecteerd en gebruikt.
CPU - de CPU wordt gebruikt.
Direct - rendering wordt uitgevoerd aan de hand van Stage3D. Dit is de snelst mogelijke renderingmethode.
Voor een lijst met processors die geen ondersteuning bieden voor de Direct-modus, raadpleegt u Niet-ondersteunde chipsets, stuurprogramma's
voor Stage3D | Flash Player 11, AIR 3.
De profielen die moeten worden opgenomen wanneer u het AIR-bestand maakt. Als u voor uw AIR-toepassing één specifiek profiel wilt
gebruiken, heft u de selectie van de andere profielen op. Voor meer informatie over AIR-profielen raadpleegt u Toepassingsprofielen.
Geeft aan welke extra bestanden en mappen u in het toepassingspakket moet opnemen. Klik op de plus-knop (+) om
bestanden toe te voegen; klik op de mapknop om mappen toe te voegen. Als u een bestand of map uit de lijst wilt verwijderen, selecteert u het
bestand/de map en klikt u vervolgens op de min-knop (-).
Het toepassingsbeschrijvingsbestand en het hoofd-SWF-bestand worden automatisch aan de pakketlijst toegevoegd. De pakketlijst geeft deze
bestanden zelfs weer wanneer u het Adobe AIR FLA-bestand nog niet hebt gepubliceerd. De pakketlijst geeft de bestanden en mappen in een
platte structuur weer. Bestanden in een map worden niet vermeld en volledige padnamen voor bestanden worden weergegeven maar zo nodig
ingekort.
Als u native AIR-extensiebestanden hebt toegevoegd aan het ActionScript-bibliotheekpad, worden deze bestanden ook in de lijst vermeld.
Pictogrambestanden worden niet in de lijst opgenomen. Wanneer de bestanden worden verpakt, kopieert Flash pictogrambestanden naar een
tijdelijke map die relatief is ten opzichte van de locatie van het SWF-bestand. De map wordt verwijderd nadat het verpakken is voltooid.
Handtekeninginstellingen
Op het tabblad Handtekening van het dialoogvenster AIR - Instellingen voor toepassing en installer kunt u een certificaat voor het ondertekenen
van code voor uw toepassing opgeven.
Voor meer informatie over digitale handtekeningen raadpleegt u Uw toepassing ondertekenen en Een AIR-bestand digitaal ondertekenen.
Pictograminstellingen
Op het tabblad Pictogrammen van het dialoogvenster AIR - Instellingen voor toepassing en installer kunt u een pictogram voor de toepassing
opgeven. Het pictogram wordt weergegeven nadat u de toepassing hebt geïnstalleerd en deze uitvoert in de Adobe AIR runtime. U kunt vier
verschillende grootten voor het pictogram opgeven (128, 48, 32 en 16 pixels) om rekening te houden met de verschillende weergaven van het
pictogram. Het pictogram kan bijvoorbeeld in miniatuur- en detailweergave of in weergaven naast elkaar worden weergegeven in de browser. Het
kan ook als bureaubladpictogram en in de titelbalk van het AIR-toepassingsvenster of op andere locaties worden weergegeven.