Operation Manual

Naar boven
Klik met de rechtermuisknop (Windows) of houd de Control-toets (Macintosh) ingedrukt en klik op een item in de boomstructuur van
Filmverkenner.
2. Selecteer een optie in het menu:
Ga naar locatie Springt naar de geselecteerde laag, scène of frame in het document.
Ga naar symbooldefinitie Springt naar de symbooldefinitie van een symbool dat in het gebied Filmelementen van Filmverkenner is
geselecteerd. De symbooldefinitie geeft alle bestanden weer die aan het symbool zijn gekoppeld. (De optie Symbooldefinities weergeven
moet zijn geselecteerd. Zie de definitie ervan in deze lijst.)
Symboolinstanties selecteren Springt naar de scène die de instanties van een symbool bevat die in het gebied Symbooldefinities van
Filmverkenner is geselecteerd. (De optie Filmelementen weergeven moet zijn geselecteerd.)
Weergeven in bibliotheek Markeert het geselecteerde symbool in de bibliotheek van het document. (Flash Professional opent het
deelvenster Bibliotheek wanneer deze nog niet zichtbaar is.)
Naam wijzigen Hiermee kunt u een nieuwe naam voor een geselecteerd element invoeren.
Op plaats bewerken Hiermee kunt u een geselecteerd symbool in het werkgebied bewerken.
Bewerken in nieuw venster Hiermee kunt u een geselecteerd symbool in een nieuw venster bewerken.
Filmelementen weergeven Geeft de elementen geordend in scènes in uw document weer.
Symbooldefinities weergeven Geeft alle elementen weer die aan een symbool zijn gekoppeld.
Alle tekst kopiëren naar klembord Kopieert geselecteerde tekst naar het klembord. Plak de tekst in een externe tekstverwerker om de
spelling te controleren of voor overige bewerkingen.
Knippen, Kopiëren, Plakken en Wissen Voert deze algemene functies op een geselecteerd element uit. Wanneer u een item in het
weergaveoverzicht wijzigt, wordt het bijbehorende item in het document gewijzigd.
Vertakking uitvouwen Vouwt de boomstructuur bij het geselecteerde element uit.
Vertakking samenvouwen Vouwt de boomstructuur bij het geselecteerde element samen.
Overige samenvouwen Vouwt de takken in de boomstructuur samen die het geselecteerde element niet bevatten.
Afdrukken Drukt het hiërarchische weergaveoverzicht af dat in Filmverkenner wordt weergegeven.
Informatie over Flash-componenten en het deelvenster Component
Een component in Flash is een herbruikbare, verpakte module die bepaalde mogelijkheden toevoegt aan een Flash-document. Componenten
kunnen afbeeldingen zijn, maar ook code, dus het betreft voorafgebouwde functionaliteit die u eenvoudig kunt opnemen in uw Flash-projecten. Een
component kan bijvoorbeeld een keuzerondje zijn, een dialoogvenster, een voorafgeladen werkbalk, of zelfs iets wat helemaal geen afbeeldingen
bevat, zoals een timer, een hulpprogramma om verbinding met een server te maken of een aangepaste XML-parser.
Als u minder ervaring hebt met het schrijven van ActionScript, kunt u componenten aan een document toevoegen, de parameters ervan in
Eigenschapcontrole of Componentcontrole instellen en het deelvenster Gedragingen gebruiken om de gebeurtenissen ervan te verwerken. U kunt
bijvoorbeeld een gedrag ‘Ga naar webpagina’ aan een component Button koppelen, waardoor een URL in een webbrowser wordt geopend
wanneer op de knop wordt geklikt, zonder dat u ActionScript-code hoeft te schrijven.
Wanneer u een programmeur bent die krachtigere toepassingen wilt maken, kunt u componenten dynamisch maken, ActionScript gebruiken om
eigenschappen in te stellen en methoden bij uitvoering aan te roepen en het gebeurtenislistenermodel gebruiken om gebeurtenissen te verwerken.
Een component invoegen met het deelvenster Component
Wanneer u een component toevoegt aan een document, wordt de component door Flash als een filmclip geïmporteerd in het deelvenster
Bibliotheek. U kunt een component ook vanuit het deelvenster Componenten rechtstreeks naar het deelvenster Bibliotheek slepen en vervolgens
een instantie van de component toevoegen aan het werkgebied. In elk geval moet u een component aan de bibliotheek toevoegen voordat u de
klasse-elementen van de component kunt openen.
1. Selecteer Venster > deelvenster Component.
2. Selecteer een instantie van een component in het deelvenster Component en sleep dit naar het werkgebied of de bibliotheek. Wanneer een
component is toegevoegd aan de bibliotheek, kunt u meerdere instanties naar het werkgebied slepen.
3. Configureer de component naar behoefte met de Eigenschapcontrole of de Componentcontrole. Raadpleeg voor meer informatie over de
parameters die de component gebruikt de documentatie bij de betreffende component voor de versie van ActionScript die u gebruikt in het
Flash-document.
Parameters invoeren voor een component in de Componentcontrole
1. Selecteer Venster > Componentcontrole.
2. Selecteer een instantie van een component in het werkgebied.
3. Klik op het tabblad Parameters en voer de waarden voor een van de weergegeven parameters in.