Operation Manual
Terug naar boven
Terug naar boven
Als er andere objecten aanwezig zijn op dezelfde laag als het getweende object, voegt Flash Pro zo nodig nieuwe lagen boven of onder de
oorspronkelijke laag toe. Eventuele objecten onder het getweende object op de oorspronkelijke laag worden verplaatst naar een nieuwe laag
onder de oorspronkelijke laag. Eventuele objecten boven het getweende object op de oorspronkelijke laag worden verplaatst naar een nieuwe laag
boven de oorspronkelijke laag. Flash Pro voegt deze nieuwe lagen in tussen eventueel reeds aanwezige lagen in de tijdlijn. Op deze manier
behoudt Flash Pro de oorspronkelijke stapelvolgorde van alle grafische objecten in het werkgebied.
Een tween-laag kan alleen tween-reeksen (aaneengesloten groepen frames met een tween), statische frames, lege hoofdframes of lege frames
bevatten. Elke tween-reeks kan slechts één doelobject en een optioneel bewegingspad voor het doelobject bevatten. Aangezien u niet kunt
tekenen op een tween-laag, moet u aanvullende tweens of statische frames op andere lagen maken en daarna naar de tween-laag slepen. Als u
framescripts op een tween-laag wilt plaatsen, moet u deze eveneens op een andere laag maken en vervolgens naar de tween-laag slepen. Een
framescript kan alleen worden opgenomen in een frame buiten de reeks met bewegings-tweens. Over het algemeen is het raadzaam alle
framescripts op een afzonderlijke laag te plaatsen die alleen ActionScript bevat.
Wanneer een document uit meerdere lagen bestaat, kan het lastig zijn de objecten in een of meer lagen te volgen en te bewerken. Dit is
gemakkelijker als u met de inhoud van één laag tegelijk werkt. Wanneer u lagen waaraan u momenteel niet werkt, wilt verbergen of vergrendelen,
klikt u op het oog- of vergrendelingspictogram naast de naam van de laag in de tijdlijn. Met behulp van laagmappen kunt u lagen ordenen in
overzichtelijke groepen.
Objecten over lagen verspreiden voor een getweende animatie
Flash Pro verplaatst een object automatisch naar de eigen tween-laag wanneer u een bewegings-tween toepast op het object. U kunt objecten
echter ook zelf over verschillende lagen verdelen. Dit kunt u bijvoorbeeld doen terwijl u inhoud ordent. Handmatige positionering is ook handig
wanneer u animatie wilt toepassen op objecten en toch exact wilt bepalen hoe ze van de ene naar de andere laag worden verplaatst.
Wanneer u de opdracht Distribueren naar lagen (Wijzigen > Tijdlijn > Distribueren naar lagen) gebruikt, plaatst Flash Pro elk geselecteerd object
op een nieuwe, aparte laag. Alle objecten die u niet selecteert (inclusief objecten in andere frames) blijven in de oorspronkelijke lagen staan.
U kunt de opdracht Distribueren naar lagen toepassen op elk element in het werkgebied, zoals grafische objecten, instanties, bitmaps, videoclips
en gesplitste tekstblokken.
Informatie over nieuwe lagen die zijn gemaakt met Distribueren naar lagen
Nieuwe lagen die worden gemaakt tijdens de bewerking Distribueren naar lagen, krijgen een naam op basis van de naam van het element dat zij
bevatten:
Een nieuwe laag die een bibliotheekelement bevat (zoals een symbool, bitmap of filmclip), krijgt dezelfde naam als dit element.
Een nieuwe laag die een instantie met een naam bevat, krijgt de naam van deze instantie.
Een nieuwe laag die een teken van een gesplitste tekstblok bevat, krijgt de naam van dit teken.
Een nieuwe laag die een grafisch object bevat (die geen naam heeft) krijgt de naam Layer1 (of Layer2, enzovoort), aangezien grafische
objecten geen naam hebben.
In Flash Pro worden de nieuwe lagen ingevoegd onder geselecteerde lagen. De nieuwe lagen worden van boven naar onder gerangschikt in
de volgorde waarin de geselecteerde elementen oorspronkelijk werden gemaakt. De lagen in gesplitste tekst worden gerangschikt in de
volgorde van de tekens, ongeacht of deze nu van links naar rechts, van rechts naar links of van boven naar beneden is. Stel dat u de tekst
FLASH opsplitst en verdeeld over verschillende lagen. De nieuwe lagen, met de namen F, L, A, S en H, worden dan gerangschikt van hoog
naar laag, met F bovenaan. Deze lagen worden direct onder de laag met de oorspronkelijke tekst toegevoegd.
Objecten distribueren naar lagen
1. Selecteer de objecten die u naar aparte lagen wilt distribueren. De objecten kunnen zich bevinden in één laag of in verschillende lagen,
inclusief niet-opeenvolgende lagen.
2. Ga als volgt te werk:
Selecteer Wijzigen > Tijdlijn > Distribueren naar lagen.
Klik met de rechtermuisknop (Windows) of houd de Control-toets ingedrukt en klik (Macintosh) op een van de geselecteerde objecten en
selecteer Distribueren naar lagen.
Getweende animaties maken door objecten te distribueren naar hoofdframes
Nieuw in Flash Professional CC
U kunt in Flash Pro automatisch objecten elk naar afzonderlijke hoofdframes distribueren. U kunt ervoor kiezen de objecten te distribueren
wanneer u inhoud in het werkgebied organiseert. Dit is een saaie, tijdrovende klus als u het handmatig moet doen. Distributie is bijzonder handig
wanneer u getweende animatie maakt door objecten op afzonderlijke hoofdframes te plaatsen. U kunt verschillende objecten of objectstatussen elk
toewijzen aan afzonderlijke hoofdframes. Wanneer de afspeelkop tussen deze hoofdframes wordt gescrubd, wordt het effect van een getweende
animatie zichtbaar.