Operation Manual
met overtrekken alleen het huidige frame bewerken. U kunt echter de inhoud van elk frame tussen de overtrekmarkeringen weergeven en elk
frame beschikbaar maken om te bewerken, ongeacht welk frame het huidige frame is.
Opmerking: Vergrendelde lagen (aangegeven met een slotpictogram) worden niet weergegeven wanneer overtrekken is ingeschakeld. De lagen
die u niet wilt overtrekken, kunt u vergrendelen of verbergen om verwarring door een groot aantal afbeeldingen te voorkomen.
Weergave van overtrekmarkeringen wijzigen
Klik op de knop Overtrekmarkeringen wijzigen en selecteer een van de volgende opties:
Markeringen altijd weergeven Geeft de overtrekmarkeringen in de kop van de tijdlijn weer, ongeacht of overtrekken is ingeschakeld.
Overtrekmarkeringen verankeren Vergrendelt de overtrekmarkeringen op de huidige positie in de kop van de tijdlijn. Normaal gesproken is het
overtrekbereik relatief ten opzichte van de aanwijzer van het huidige frame en de overtrekmarkeringen. U kunt de overtrekmarkeringen verankeren
om te voorkomen dat deze met de aanwijzer van het huidige frame worden verplaatst.
2 frames Geeft twee frames weer aan beide zijden van het huidige frame.
5 frames Geeft vijf frames weer aan beide zijden van het huidige frame.
Alle frames Geeft alle frames weer aan beide zijden van het huidige frame.
Juridische kennisgevingen | Online privacybeleid