Operation Manual
Naar boven
6. Upload het SWF- en het SWD-bestand naar dezelfde map op de webserver, of laat ze op de lokale computer staan en voer een
foutopsporingssessie op afstand op de localhost uit.
Wanneer het SWD-bestand zich niet in dezelfde map bevindt als het SWF-bestand, kunt u toch foutopsporing op afstand uitvoeren.
Foutopsporing bevat dan echter geen informatie over onderbrekingspunten, zodat u niet stap voor stap de code kunt doorlopen.
7. Selecteer in Flash Foutopsporing > Foutopsporingssessie op afstand starten > ActionScript 2.0.
In Flash wordt het deelvenster Foutopsporing voor ActionScript 2.0 geopend en wordt gewacht totdat er verbinding is gemaakt met een
foutopsporingsversie van Flash Player. U hebt 2 minuten om foutopsporingsversie van Flash Player te starten. Als er meer dan 2 minuten
zijn verstreken, herhaalt u deze stap.
8. Open het SWF-bestand in de zelfstandige, ActiveX- of insteekmoduleversie van de foutopsporingsversie van Flash Player. De zelfstandige
foutopsporingsspeler bevindt zich in de map Flash-installatiemap/Players/Debug/.
De foutopsporingssessie begint wanneer de foutopsporingsspeler verbinding maakt met het deelvenster Foutopsporing voor ActionScript 2.0.
Foutopsporing vanaf een externe locatie activeren
1. Open de Flash-ontwerptoepassing als die nog niet is geopend.
2. Selecteer Foutopsporing > Foutopsporingssessie op afstand starten > ActionScript 2.0.
3. Open het gepubliceerde SWF-bestand vanaf de externe locatie in de browser of in de foutopsporingsversie van de zelfstandige speler. Zorg
dat het SWD-bestand in dezelfde map staat als het SWF-bestand.
Als het dialoogvenster Remote Debug niet wordt weergegeven, klikt u met de rechtermuisknop (Windows) of houdt u de Control-toets
ingedrukt en klikt u (Macintosh) in het SWF-bestand om het contextmenu weer te geven en selecteert u Foutopsporing.
4. Selecteer Localhost of Other Machine in het dialoogvenster Remote Debug:
Selecteer Localhost wanneer de foutopsporingsversie van Flash Player en de Flash-ontwerptoepassing zich op dezelfde computer
bevinden.
Selecteer Other Machine wanneer de foutopsporingsversie van Flash Player en de Flash-ontwerptoepassing zich niet op dezelfde
computer bevinden. Geef het IP-adres op van de computer waarop de Flash-ontwerptoepassing wordt uitgevoerd.
Selecteer de optie Dit venster niet weergeven bij het opstarten om te voorkomen dat de gebruiker via het dialoogvenster Foutopsporing
op afstand wordt gevraagd om een foutopsporingslocatie op te geven als deze niet kon worden gevonden. Deze optie is standaard
geselecteerd.
5. Voer het foutopsporingswachtwoord in als u dat hebt ingesteld.
Het weergaveoverzicht van het SWF-bestand wordt getoond in Foutopsporing. Als het SWF-bestand niet wordt afgespeeld, is Foutopsporing
mogelijk onderbroken. Klik in dat geval op Doorgaan om de foutopsporing te starten.
De waarden van variabelen in Foutopsporing weergeven en wijzigen
Het tabblad Variabelen in Foutopsporing geeft de namen en waarden weer van alle algemene variabelen en tijdlijnvariabelen die in het
weergaveoverzicht van het SWF-bestand zijn geselecteerd. Wanneer u de waarde van een variabele wijzigt op het tabblad Variabelen, wordt de
wijziging tijdens de uitvoering van het SWF-bestand doorgevoerd. Wanneer u bijvoorbeeld botsingdetectie test in een spel, kunt u de waarde van
de variabele invoeren om een bal te positioneren op de juiste locatie naast een muur.
Het tabblad Lokaal in Foutopsporing geeft de namen en waarden weer van alle lokale variabelen die beschikbaar zijn in de ActionScript-regel waar
het SWF-bestand is gestopt bij een onderbrekingspunt of waar dan ook binnen een door de gebruiker gedefinieerde functie.
Een variabele en de bijbehorende waarde weergeven
1. Selecteer in het weergaveoverzicht van Foutopsporing de filmclip die de variabele bevat. (Selecteer de clip _global in het weergaveoverzicht
als u algemene variabelen wilt weergeven.)
2. Klik op het tabblad Variabelen.
Het weergaveoverzicht wordt automatisch bijgewerkt tijdens het afspelen van het SWF-bestand.
Opmerking: Wanneer bij een bepaald frame een filmclip wordt verwijderd uit het SWF-bestand, wordt die filmclip, samen met de bijbehorende
variabele en de naam van de variabele, ook verwijderd uit het weergaveoverzicht van Foutopsporing. Als de variabele echter is gemarkeerd voor
het controleoverzicht, kunt u die nog steeds bekijken op het tabblad Controle.
De waarde van een variabele wijzigen
Dubbelklik op het tabblad Variabelen van Foutopsporing op de waarde en geef een nieuwe waarde op.
Geef een tekenreeks (een waarde tussen dubbele aanhalingstekens ""), een getal of een Booleaanse waarde (true of false) op. U kunt geen
expressie opgeven (bijvoorbeeld eval("name:" +i) of x + 2).
Opmerking: Als u in de testomgeving de waarde van een expressie naar het deelvenster Uitvoer wilt schrijven, moet u de instructie trace()
gebruiken.