Operation Manual
Naar boven
Naar boven
worden gecompileerd. Elke constante ziet er als volgt uit:
CONFIG::SAMPLE_CONSTANT
In deze vorm is CONFIG de config-naamruimte en is SAMPLE_CONSTANT de constante die u instelt op waar of onwaar in de publicatie-
instellingen. Als de waarde van de constante waar is, wordt de coderegel die in ActionScript op de constante volgt, gecompileerd. Als de waarde
onwaar is, wordt de coderegel die op de constante volgt niet gecompileerd.
De volgende functie heeft bijvoorbeeld twee coderegels die alleen worden gecompileerd als de waarde van de constante die eraan voorafgaat op
waar is ingesteld in de publicatie-instellingen:
public function CondCompTest() {
CONFIG::COMPILE_FOR_AIR {
trace("This line of code will be compiled when COMPILE_FOR_AIR=true.");
}
CONFIG::COMPILE_FOR_BROWSERS {
trace("This line of code will be compiled when COMPILE_FOR BROWSERS=true.");
}
}
Een configuratieconstante definiëren met het dialoogvenster Publicatie-instellingen:
1. Kies Bestand > Publicatie-instellingen.
2. Controleer of het menu Script is ingesteld op ActionScript 3.0 en klik op de knop Instellingen naast het menu.
3. Klik in het dialoogvenster Geavanceerde ActionScript 3.0-instellingen op het tabblad Configuratieconstanten.
4. Als u een constante wilt toevoegen, klikt u op de knop Toevoegen.
5. Typ de naam van de constante die u wilt toevoegen. De standaardconfiguratienaamruimte is CONFIG en de standaardnaam voor de
constante is CONFIG_CONST.
Opmerking: De configuratienaamruimte CONFIG wordt automatisch door de Flash Professional-compiler gedeclareerd. U kunt uw eigen
configuratienaamruimten toevoegen door ze met een constantenaam toe te voegen in de publicatie-instellingen en ze met de volgende
syntaxis toe te voegen aan uw ActionScript-code:
config namespace MY_CONFIG;
6. Geef de gewenste waarde voor de constante op (waar of onwaar). U kunt deze waarde wijzigen om de compilatie van bepaalde coderegels
in of uit te schakelen.
Contextmenu's in Flash-documenten aanpassen (CS5.5)
U kunt het standaardcontextmenu en het contextmenu voor het bewerken van tekst dat in SWF-bestanden in Flash Player 7 en hoger wordt
weergegeven aanpassen.
Het standaardcontextmenu wordt weergegeven als de gebruiker op een willekeurige plek in het SWF-bestand in Flash Player met de
rechtermuisknop klikt (Windows) of de Control-toets ingedrukt houdt en klikt (Macintosh), met uitzondering van het bewerkbare tekstveld. U
kunt uw eigen items aan het menu toevoegen en ingebouwde items verbergen, met uitzondering van de items Instellingen en Foutopsporing.
Het contextmenu voor het bewerken van tekst wordt weergegeven als de gebruiker in het SWF-bestand in Flash Player met de
rechtermuisknop in het bewerkbare tekstveld klikt (Windows) of de Control-toets ingedrukt houdt en in het bewerkbare tekstveld klikt
(Macintosh). U kunt uw eigen items aan dit menu toevoegen. U kunt geen ingebouwde items verbergen.
Opmerking: Flash Player geeft ook een contextmenu voor fouten weer als de gebruiker met de rechtermuisknop klikt (Windows) of de Control-
toets ingedrukt houdt en klikt (Macintosh) in Flash Player als er geen SWF-bestand is geladen. U kunt dit menu niet aanpassen.
In ActionScript 2.0 kunt u contextmenu's in Flash Player 7 aanpassen met de objecten ContextMenu en ContextMenuItem. Zie ContextMenu in de
Naslaggids voor ActionScript 2.0 voor meer informatie over het gebruik van deze objecten.
Houd rekening met de volgende voorwaarden als u uw eigen menu-items maakt voor het contextmenu in Flash Player:
Nieuwe items worden in de volgorde waarin ze zijn gemaakt aan het contextmenu toegevoegd. Nadat u de items hebt gemaakt, kunt u de
volgorde niet wijzigen.
U kunt de zichtbaarheid en de beschikbaarheid van uw eigen items opgeven.
Aangepaste contextmenu-items worden automatisch gecodeerd met Unicode UTF-8-tekstcodering.
Configuratiemappen geïnstalleerd met Flash (CS5.5)
Flash Professional maakt tijdens de installatie diverse configuratiemappen op de computer. In de configuratiemappen worden de bestanden die
aan de toepassing zijn gekoppeld op de juiste niveaus ondergebracht. Als u met ActionScript® of met componenten werkt, wilt u wellicht de