Operation Manual
Afspelen van externe video met ActionScript beheren
Naar boven
Naar boven
Externe FLV- of F4V-bestanden dynamisch afspelen
Gedragingen bij het afspelen van video
De FLVPlayback-component
Mediacomponenten (Flash Player 6 en 7)
Externe FLV- of F4V-bestanden dynamisch afspelen
Als alternatief voor het importeren van video in de Flash Professional-ontwerpomgeving kunt u de FLVPlayback-component of ActionScript
gebruiken om externe FLV- of F4V-bestanden dynamisch af te spelen in Flash Player. U kunt ook de FLVPlayback-component en ActionScript
samen gebruiken.
U kunt FLV- of F4V-bestanden afspelen die zijn geplaatst als HTTP-downloads of als lokale mediabestanden. Voor het afspelen van een extern
FLV- of F4V-bestand plaatst u een FLV- of F4V-bestand op een URL (op een HTTP-site of in een lokale map) en voegt u de component
FLVPlayback of ActionScript-code toe aan het Flash Professional-document voor toegang tot en besturing van het afspelen van het bestand bij
uitvoering.
U hebt meer mogelijkheden bij het gebruik van externe FLV- of F4V-bestanden dan bij het gebruik van geïmporteerde video:
U kunt langere videoclips gebruiken zonder vertraging bij het afspelen. Externe FLV- of F4V-bestanden maken tijdens het afspelen gebruik
van geheugen in cache. Dit betekent dat grote bestanden worden opgeslagen in kleine delen die dynamisch kunnen worden geopend, zodat
minder geheugen nodig is dan bij ingesloten videobestanden.
Een extern FLV- of F4V-bestand kan een andere framesnelheid hebben dan het Flash Professional-document waarin het bestand wordt
afgespeeld. U kunt bijvoorbeeld de framesnelheid van het Flash Professional-document instellen op 30 fps en de framesnelheid van de video
op 21 fps. Dit geeft u meer controle over de afspeelkwaliteit van de video.
Bij externe FLV- of F4V-bestanden hoeft u het afspelen van een Flash Professional-document niet te onderbreken wanneer een
videobestand wordt geladen. Bij geïmporteerde videobestanden moet het afspelen van een document soms worden onderbroken om
bepaalde functies uit te voeren (zoals toegang tot een cd-romstation). Bij FLV- of F4V-bestanden kunnen functies worden uitgevoerd
onafhankelijk van het Flash Professional-document, zodat het afspelen niet wordt onderbroken.
Bij FLV- of F4V-bestanden kunt u video-inhoud makkelijker van een bijschrift voorzien, omdat u callback-functies gebruikt om toegang te
krijgen tot de videometagegevens.
Zie Externe FLV-bestanden dynamisch afspelen in ActionScript 2.0 leren in Adobe Flash of Basisbeginselen van video in de ActionScript 3.0-
ontwikkelaarsgids voor meer informatie over het afspelen van FLV- of F4V-bestanden.
Aanvullende bronnen
De volgende bronnen met aanvullende informatie over video en ActionScript zijn beschikbaar:
Videozelfstudies:
Een videospeler maken met ActionScript 3.0 (Creativecow.com)
Een videospeler maken ActionScript 2.0 (Creativecow.com)
Artikelen:
Deconstrueren van de ActionScript 3 Flash-videogalerietoepassing (Adobe.com)
Gedragingen bij het afspelen van video
Videogedragingen vormen een manier om het afspelen van video te beheren. Gedragingen zijn vooraf geschreven ActionScript-scripts die u aan
een activeringsobject kunt toevoegen om een ander object te besturen. Met gedragingen kunt u de kracht, besturing en flexibiliteit van
ActionScript-codering aan uw document toevoegen zonder zelf ActionScript-code te hoeven schrijven. Met videogedragingen kunt u een videoclip
afspelen, stoppen, terugspoelen, vooruitspoelen, weergeven en verbergen.
U kunt een videoclip met een gedraging besturen door de gedraging via het deelvenster Gedragingen toe te passen op een activeringsobject,
zoals een filmclip. Geef de gebeurtenis op die het gedrag in werking zet (zoals het vrijgeven van de filmclip), selecteer een doelobject (de video
waarop de gedraging effect heeft) en selecteer, indien nodig, instellingen voor de gedraging, zoals het aantal terug te spoelen frames.
Opmerking: Het activeringsobject moet een filmclip zijn. U kunt gedragingen voor het afspelen van video niet koppelen aan knopsymbolen of
knopcomponenten.