Operation Manual

Opmerking:
Opmerking:
Terwijl een tweenbaar object (symboolinstantie of tekstveld) in het werkgebied is geselecteerd, kunt u klikken op de knop Toepassen om een
voorinstelling toe te passen. U kunt slechts één voorinstelling per object toepassen. Als u een tweede voorinstelling op hetzelfde object toepast,
wordt de eerste voorinstelling vervangen door de tweede.
Nadat een voorinstelling is toegepast op een object in het werkgebied, bestaat er geen relatie meer tussen de tween die in de tijdlijn is gemaakt
en het deelvenster Voorinstellingen voor beweging. Als u een voorinstelling verwijdert of hernoemt in het deelvenster Voorinstellingen voor
beweging, heeft dit geen gevolgen voor tweens die u eerder met die voorinstelling hebt gemaakt. Als u een nieuwe voorinstelling opslaat over een
bestaande voorinstelling in het deelvenster, is dit niet van invloed op tweens die eerder zijn gemaakt met de oorspronkelijke voorinstelling.
Elke voorinstelling voor beweging bevat een specifiek aantal frames. Wanneer u een voorinstelling toepast, wordt er in de tijdlijn een tween-reeks
met dit aantal frames gemaakt. Als op het doelobject al een tween van een andere lengte is toegepast, wordt de tween-reeks aangepast aan de
lengte van de voorinstelling voor beweging. U kunt de lengte van de tween-reeks in de tijdlijn aanpassen nadat de voorinstelling is toegepast.
Voorinstellingen voor beweging met 3D-beweging kunnen alleen worden toegepast op instanties van filmclips. De getweende 3D-eigenschappen
zijn niet van toepassing op afbeeldingssymbolen of knopsymbolen, en ook niet op klassieke tekstvelden. Voorinstellingen voor 2D- of 3D-beweging
kunt u toepassen op elke 2D- of 3D-filmclip.
Met bewegingsvoorinstellingen waarmee de positie op de z-as van een 3D-filmclip wordt geanimeerd, lijken de x- en y-positie van de
filmclip ook te veranderen. Dit wordt veroorzaakt doordat beweging langs de z-as de onzichtbare perspectieflijnen volgt die vanuit het 3D-
perspectiefpunt (ingesteld in de 3D-symboolinstantie Eigenschapcontrole) naar de randen van het werkgebied lopen.
De voorinstelling voor beweging toepassen:
1. Selecteer een tweenbaar object in het werkgebied. Als u een voorinstelling voor beweging toepast op een object dat niet tweenbaar is,
verschijnt er een dialoogvenster waarmee u het object kunt omzetten in een symbool.
2. Selecteer een voorinstelling in het deelvenster Voorinstellingen voor beweging.
3. Klik op de knop Toepassen in het deelvenster of kies Toepassen op huidige locatie in het deelvenstermenu.
De beweging wordt toegepast, waarbij de beweging start op de huidige positie van de filmclip in het werkgebied. Als er een bewegingspad
aan de voorinstelling is gekoppeld, wordt dit pad weergegeven in het werkgebied.
Als u de voorinstelling zodanig wilt toepassen dat de beweging eindigt op de huidige positie van het object in het werkgebied, houdt u de
Shift-toets ingedrukt terwijl u op de knop Toepassen klikt of kiest u Eindigen op huidige locatie in het deelvenstermenu.
Een bewegingsvoorinstelling kan ook worden toegepast op meerdere geselecteerde frames op afzonderlijke lagen, mits elk geselecteerd frame
slechts een enkel getweend object bevat.
Een tween opslaan als aangepaste voorinstelling voor beweging
Als u uw eigen tween maakt of wijzigingen aanbrengt in een tween die u hebt toegepast via het deelvenster Voorinstellingen voor beweging, kunt
u de aangepaste tween opslaan als een nieuwe voorinstelling voor beweging. De nieuwe voorinstelling wordt weergegeven in de de map Eigen
voorinstellingen in het deelvenster Voorinstellingen voor beweging.
Een aangepaste tween opslaan als voorinstelling:
1. Selecteer een van de volgende items:
De tween-reeks in de tijdlijn
Het object in het werkgebied waarop de aangepaste tween is toegepast
Het bewegingspad in het werkgebied
2. Klik op de knop Selectie opslaan als voorinstelling in het deelvenster Voorinstellingen voor beweging of kies Opslaan als voorinstelling voor
beweging in het contextmenu van de selectie.
De nieuwe voorinstelling wordt weergegeven in het deelvenster Voorinstellingen voor beweging. Flash Pro slaat de voorinstelling op als een
XML-bestand. De bestanden worden opgeslagen in de volgende directory's:
Windows: <vaste schijf>\Documents and Settings\<gebruiker>\Local Settings\Application Data\Adobe\Flash
CC\<taal>\Configuration\Motion Presets\
Macintosh: <vaste schijf>/Users/<gebruiker>/Library/Application Support/Adobe/Flash CC/<taal>/Configuration/Motion Presets/
Als u een eigen voorinstelling opslaat, verwijdert of de naam ervan wijzigt, kan dit niet ongedaan worden gemaakt.
Een voorinstelling voor beweging importeren
Voorinstellingen voor beweging worden opgeslagen als XML-bestanden. Importeer een XML-tween-bestand als u de tween wilt toevoegen aan het
deelvenster Voorinstellingen voor beweging . Bewegingsvoorinstellingen die zijn geïmporteerd als XML-bestanden kunnen alleen worden
toegevoegd aan klassieke tweens.
1. Kies Importeren in het menu van het deelvenster Voorinstellingen voor beweging.