Operation Manual

4. Voer bij Minimumgebied een waarde in om in te stellen met hoeveel omringende pixels rekening moet worden gehouden wanneer er een
kleur wordt toegewezen aan een pixel.
5. Selecteer bij Curvepasvorm een optie om te bepalen hoe vloeiend de contouren worden getekend.
6. Selecteer bij Hoekdrempel een optie om te bepalen of scherpe randen behouden moeten blijven of vloeiend moeten worden gemaakt.
Voer de volgende waarden in als u een vectorafbeelding wilt maken die zoveel mogelijk lijkt op de originele bitmap:
Kleurdrempel: 10
Minimumgebied: 1 pixel
Curvepasvorm: Pixels
Hoekdrempel: Veel hoeken
Bitmapvulling toepassen met het pipet
1. Selecteer het pipet en klik op de gesplitste bitmap in het werkgebied. Met het pipet wordt de bitmap ingesteld als de huidige vulling en wordt
het verfemmertje ingesteld als het actieve gereedschap.
2. Ga als volgt te werk:
Als u de bitmap wilt toepassen als een vulling, klikt u met het verfemmertje op een bestaand grafisch object.
Selecteer het gereedschap Ovaal, Rechthoek of Pen en teken een nieuw object. Het object wordt gevuld met de gesplitste bitmap.
Als u de bitmapvulling wilt schalen, roteren of schuintrekken, gebruikt u het gereedschap Vrije transformatie.
Meer Help-onderwerpen
Verloop- en bitmapvullingen transformeren
Kleuren van streken en vullingen aanpassen
Juridische kennisgevingen | Online privacybeleid