Operation Manual
Tekenvoorkeuren
Naar boven
Naar boven
Tekeninstellingen
Contactopties voor de gereedschappen Selecteren, Subselectie en Lasso
Stel de tekeninstellingen in om gedragingen voor magnetisch uitlijnen, vloeiend maken en rechttrekken op te geven. Wijzig de tolerantie-instelling
voor elke optie en schakel elke optie in of uit. Tolerantie-instellingen zijn relatief; ze hangen af van de resolutie van het computerscherm en de
huidige vergroting van de scène. Elke optie is standaard ingeschakeld en ingesteld op normale tolerantie.
Tekeninstellingen
1. Selecteer Bewerken > Voorkeuren (Windows) of Flash > Voorkeuren (Macintosh) en selecteer Tekenen.
2. Onder de categorie Tekenen kunt u de volgende opties selecteren:
Gereedschap Pen Hiermee kunt u opties instellen voor het gereedschap Pen. Selecteer Penvoorvertoning weergeven om een voorbeeldlijn
weer te geven vanaf het punt waarop het laatst is geklikt tot de huidige locatie van de aanwijzer. Selecteer Dichte punten weergeven om
besturingspunten weer te geven als kleine gevulde vierkantjes in plaats van lege vierkantjes. Selecteer Precisiecursors weergeven om bij het
gebruik van het gereedschap Pen een kruisdraadaanwijzer weer te geven in plaats van het pictogram voor het gereedschap Pen. Met deze
optie kunt u het exacte doel van klikken gemakkelijker zien.
Lijnen verbinden Hiermee bepaalt u hoe dicht het einde van een lijn die u tekent bij een bestaand lijnsegment moet komen voordat het
eindpunt van de lijn magnetisch naar het dichtstbijzijnde punt op de andere lijn wordt uitgelijnd. Deze instelling bestuurt ook de horizontale
en verticale lijnherkenning; dat wil zeggen, hoe horizontaal of verticaal een lijn moet zijn voordat Flash Professional er een exact horizontale
of verticale lijn van maakt. Wanneer Objecten magnetisch is ingeschakeld, bepaalt u met deze instelling hoe dicht objecten bij elkaar moeten
zijn voordat zij naar elkaar worden toegetrokken.
Vloeiende curven Hiermee wordt opgegeven hoe vloeiend curven worden gemaakt die met het Potlood worden getekend, wanneer de
tekenmodus op Rechttrekken of Vloeiend is ingesteld. (Vloeiende curven zijn eenvoudiger om te vormen, terwijl ruwere curven beter
overeenkomen met de oorspronkelijke lijnstreken.)
Opmerking: Gebruik Wijzigen > Vorm > Vloeiend en Wijzigen > Vorm > Optimaliseren om de bestaande gekromde segmenten vloeiender
te maken.
Lijnen herkennen Hiermee wordt gedefinieerd hoe recht een lijnsegment met het Potlood moet worden getekend, voordat Flash
Professional het als een rechte lijn herkent en deze recht maakt. Wanneer Lijnen herkennen is uitgeschakeld als u tekent, kunt u later lijnen
rechttrekken door één of meer lijnsegmenten te selecteren en vervolgens Wijzigen > Vorm > Rechttrekken.
Vormen herkennen Hiermee wordt bepaald hoe precies cirkels, ovalen, vierkanten, rechthoeken en 90°- en 180°-bogen moeten worden
getekend om als geometrische vorm te worden herkend en correct opnieuw te worden getekend. De opties zijn Uit, Strikt, Normaal en
Tolerant. De optie Strikt geeft aan dat de vorm bijna recht moet worden getekend voordat Flash die opnieuw kan tekenen en wanneer u
Tolerant kiest, mag de vorm enigszins ruw zijn. Als Vormen herkennen is uitgeschakeld terwijl u tekent, kunt u later lijnen rechttrekken door
één of meer vormen (bijvoorbeeld verbonden lijnsegmenten) te selecteren en vervolgens Wijzigen > Vorm > Rechttrekken.
Kliknauwkeurigheid Hiermee wordt opgegeven hoe dicht de aanwijzer bij een item moet zijn voordat Flash Professional het item herkent.
Contactopties voor de gereedschappen Selecteren, Subselectie en Lasso
Geef de contactgevoeligheidsopties op voor de gereedschappen Selecteren, Subselectie en Lasso wanneer u vormen maakt in de
objecttekenmodus. Objecten worden standaard alleen geselecteerd wanneer het selectiekader van het gereedschap het object volledig omvat. Als
u de selectie van deze optie ongedaan maakt, worden de hele objecten geselecteerd wanneer alleen een deel ervan wordt omsloten door het
selectiekader van de gereedschappen Selecteren, Subselectie of Lasso.
1. Selecteer Bewerken > Voorkeuren (Windows) of Flash > Voorkeuren (Macintosh).
2. Voer in de categorie Algemeen een van de volgende handelingen uit:
Als u alleen objecten en punten wilt selecteren die volledig zijn ingesloten door het selectiekader, heft u de selectie van
Contactgevoelige selectie en Lasso op. Punten die binnen het selectiegebied liggen, worden dan nog steeds geselecteerd.
Als u objecten of groepen wilt selecteren die gedeeltelijk zijn ingesloten door het selectiekader, selecteert u de gereedschappen
Contactgevoelige selectie en Lasso.
Opmerking: Subselectie gebruikt dezelfde contactgevoelige instelling.