Operation Manual
Belangrijk: Alleen Flash Player 8 en 9 ondersteunen zowel het publiceren als het afspelen van On2 VP6-video.
Codec SWF-versie (publicatieversie) Flash Player-versie (vereist voor
afspelen)
Sorenson Spark 6 6, 7, 8
7 7, 8, 9, 10
On2 VP6 6, 7, 8 8, 9, 10
H.264 9.2 of hoger 9.2 of hoger
Tips voor het maken van Adobe FLV- en F4V-video
Volg deze richtlijnen om de beste FLV- of F4V-video's te maken:
Bewerk de video in de oorspronkelijke indeling van het project tot u klaar bent voor de uiteindelijke uitvoer
Als u een vooraf gecomprimeerde digitale videoindeling converteert naar een andere indeling (zoals .flv of .f4v), kan het eerder gebruikte
coderingsprogramma ruis toevoegen aan de video. Het eerste comprimeringsprogramma heeft al een eigen coderingsalgoritme op de video
toegepast en daarmee de kwaliteit, framegrootte en framesnelheid verminderd. Die compressie kan tevens voor digitale bijverschijnselen of ruis
hebben gezorgd. Deze extra ruis heeft een negatieve invloed op het uiteindelijke coderingsproces en kan er de oorzaak van zijn dat een hogere
gegevenssnelheid nodig is om een bestand met goede kwaliteit te kunnen coderen.
Streef naar eenvoud
Vermijd fraaie overgangen. Deze zijn moeilijk te comprimeren en na de wijziging ziet de uiteindelijke gecomprimeerde video er mogelijk “brokkelig”
uit. Normale einden (in tegenstelling tot geleidelijke) zijn meestal het best. Opvallende videobeelden, waarin bijvoorbeeld een object is te zien dat
langzaam het beeld vult vanachter de eerste track, zodat het lijkt alsof er een bladzijde wordt omgeslagen of beelden die zich rond een bal
wikkelen en vervolgens van het scherm vliegen, kunnen niet goed worden gecomprimeerd. Dergelijke effecten moeten dan ook slechts spaarzaam
worden toegepast.
Weet de gegevenssnelheid van uw publiek
Produceer bestanden met lagere gegevenssnelheden wanneer u video via internet levert. Gebruikers met snelle internetverbindingen kunnen de
bestanden bekijken met weinig of geen vertraging als gevolg van het laden, maar inbelgebruikers moeten wachten tot de bestanden zijn
gedownload. Houd de videoclips kort om ervoor te zorgen dat de tijdsduur voor downloaden redelijk blijft voor inbelgebruikers.
Selecteer de juiste framesnelheid
Framesnelheid geeft het aantal frames per seconde (fps) aan. Bij een clip met een hogere gegevenssnelheid kan het afspelen via beperkte
bandbreedte worden verbeterd door een lagere framesnelheid te kiezen. Als u bijvoorbeeld een clip met weinig beweging comprimeert, bespaart
het halveren van de framesnelheid u waarschijnlijk slechts 20% van de gegevenssnelheid. Als u echter video met veel beweging comprimeert,
heeft het verlagen van de framesnelheid veel meer effect op de gegevenssnelheid.
Verminder de framesnelheid niet als uw afleveringskanalen en afspeelplatforms geen probleem hebben met deze snelheid. Video ziet er nu
eenmaal beter uit met de oorspronkelijke framesnelheden. Voor aflevering via het web kunt u deze gegevens opvragen bij uw webhostservice.
Gebruik voor mobiele apparaten de coderingsvoorinstellingen voor het specifieke apparaat en de apparaatemulatie die beschikbaar is via Adobe
Media Encoder in Adobe Premiere Pro. Als u de framesnelheid moet verminderen, krijgt u de beste resultaten wanneer u de framesnelheid deelt
door hele getallen.
Selecteer een frameformaat dat past bij de gegevenssnelheid en de hoogte-/breedteverhouding van het frame
Bij een bepaalde gegevenssnelheid (verbindingssnelheid) leidt het verhogen van het frameformaat tot een vermindering van de videokwaliteit. Let
bij het selecteren van uw frameformaat voor de coderingsinstellingen op de framesnelheid, het bronmateriaal en persoonlijke voorkeuren. Om
'pillarboxing' (de vorming van pilaren links en rechts naast het beeld) te voorkomen, is het belangrijk een framesnelheid te kiezen met dezelfde
hoogte-/breedteverhouding als die van uw bronmateriaal. Er ontstaat bijvoorbeeld 'pillarboxing' (de vorming van pilaren links en rechts naast het
beeld) als u NTSC-beeldmateriaal codeert naar een PAL-framegrootte.
Met Adobe Media Encoder hebt u de beschikking over verschillende Adobe FLV- of F4V-videovoorinstellingen. Hierbij zijn vooraf ingestelde
frameformaten en framesnelheden inbegrepen voor de verschillende televisiestandaarden bij verschillende gegevenssnelheden. U kunt het
volgende overzicht van gangbare frameformaten (in pixels) gebruiken als richtlijn, of experimenteren met de verschillende Adobe Media Encoder-
voorinstellingen om de beste instelling te vinden voor uw project.
Dial-up Modem NTSC 4 x 3 162 x 120
Dial-up Modem PAL 4 x 3 160 x 120
T1/DSL/kabel NTSC 4 x 3 648 x 480
T1/DSL/kabel PAL 4 x 3 768 x 576
Streaming voor beste prestaties
U kunt downloadtijd elimineren door diepgaande interactieve functionaliteit en navigatiemogelijkheden te bieden of door de servicekwaliteit te