Operation Manual

teruggespoeld tot het begin wanneer de afspeelkop het einde heeft bereikt of wanneer de gebruiker op de kop Stop klikt. Bij false wordt de
video niet automatisch teruggespoeld. De standaardwaarde is true.
autoSize Een Booleaanse waarde die bij true de component bij uitvoering de afmetingen van de bronvideo laat overnemen. De
standaardwaarde is false.
Opmerking: De gecodeerde framegrootte van de video is niet gelijk aan de standaardafmetingen van de component FLVPlayback.
bufferTime Het aantal seconden voor bufferen voordat het afspelen begint. De standaardwaarde is 0.
contentPath (AS2-bestanden) Een tekenreeks die de URL opgeeft naar een FLV, F4V of naar een XML-bestand met een beschrijving voor
het afspelen van de video. Dubbelklik op de waardecel voor deze parameter om het dialoogvenster Inhoudspad te openen. De
standaardwaarde is een lege tekenreeks. Als u geen waarde opgeeft voor de parameter contentPath, gebeurt er niets wanneer de instantie
van FLVPlayback in Flash Professional wordt uitgevoerd.
bron (AS3-bestanden) Een tekenreeks die de URL opgeeft naar een FLV, F4V of naar een XML-bestand met een beschrijving voor het
afspelen van de video. Dubbelklik op de waardecel voor deze parameter om het dialoogvenster Inhoudspad te openen. De standaardwaarde
is een lege tekenreeks. Als u geen waarde opgeeft voor de parameter contentPath, gebeurt er niets wanneer de instantie van FLVPlayback
in Flash Professional wordt uitgevoerd.
isLive Een Booleaanse waarde die bij true opgeeft dat de video live streamt via FMS. De standaardwaarde is false.
cuePoints Een tekenreeks die de actiepunten voor de video opgeeft. Met actiepunten kunt u specifieke punten in de video synchroniseren
met animatie, afbeeldingen of tekst in Flash Professional. De standaardwaarde is een lege tekenreeks.
maintainAspectRatio Een Booleaanse waarde die bij true de afmetingen van de videospeler in de component FLVPlayback wijzigt met
behoud van de hoogte-breedteverhouding van de bronvideo. De bronvideo wordt geschaald en de afmetingen van de component
FLVPlayback zelf worden niet gewijzigd. De parameter autoSize heeft voorrang op deze parameter. De standaardwaarde is true.
skin Een parameter waarmee het dialoogvenster Skin selecteren wordt geopend waarin u een skin kunt kiezen voor de component. De
standaardwaarde is Geen. Als u Geen kiest, bevat de instantie van FLVPlayback geen besturingselementen waarmee de gebruiker de video
kan afspelen, stoppen of terugspoelen of andere handelingen kan uitvoeren. Als de parameter autoPlay wordt ingesteld op true, wordt de
video automatisch afgespeeld. Zie De component FLVPlayback aanpassen in ActionScript 3.0-componenten gebruiken of Naslaggids voor
componenten van ActionScript 2.0 voor meer informatie.
totalTime Het totale aantal seconden in de bronvideo. De standaardwaarde is 0. Bij progressief downloaden wordt in Flash Professional dit
aantal gebruikt als een waarde groter dan nul (0) is ingesteld. Anders wordt in Flash Professional de tijd zo mogelijk uit de metagegevens
afgeleid.
Opmerking: Bij het gebruik van FMS of FVSS wordt deze waarde genegeerd. In dat geval wordt de totale tijd van de video van de server
overgenomen.
volume Een getal van 0 tot 100 dat het percentage voorstelt van het maximale volume waarop het volume wordt ingesteld.
De parameter contentPath of source opgeven
Als u een lokale videoclip hebt geïmporteerd in Flash Professional voor gebruik met progressief gedownloade inhoud of streaming video-inhoud,
moet u de parameter contentPath (AS2 FLA-bestanden) of source (AS3 FLA-bestanden) van de FLVPlayback-component bijwerken voordat u de
inhoud uploadt naar een webserver of Flash Media Server. De parameter contentPath of source geeft de naam en de locatie van het
videobestand op de server op en bevat impliciet de afspeelmethode (bijvoorbeeld progressief downloaden via HTTP of streaming vanaf Flash
Media Server met RTMP).
1. Selecteer de FLVPlayback-component in het werkgebied, open de Eigenschapcontrole (Venster > Eigenschappen) en selecteer Parameters,
of open de Componentcontrole (Venster > Componentcontrole).
2. Voer waarden in voor de parameters of gebruik de standaardinstellingen. Ga als volgt te werk voor de parameter contentPath of source: a)
Dubbelklik op de waardecel voor de parameter contentPath of source om het dialoogvenster Inhoudspad te openen. b) Voer de URL of het
lokale pad in naar het FLV- of F4V-bestand of het XML-bestand (voor Flash Media Server of FVSS) met een beschrijving van hoe het
videobestand moet worden afgespeeld.
Als u de locatie van de video of het XML-bestand niet weet, klikt u op het mappictogram om naar de juiste locatie te gaan. Wanneer bij het
bladeren naar een videobestand het bestand zich op of onder de locatie bevindt van het doel-SWF-bestand, wordt in Flash Professional het
pad automatisch relatief gemaakt ten opzichte van die locatie, zodat u het van een webserver kunt laten halen. Anders is het pad een
absoluut Windows- of Macintosh-bestandspad.
Als u een HTTP-URL opgeeft, is het videobestand een progressief gedownload FLV- of F4V-bestand. Als u een RTMP-URL (Real-Time
Messaging Protocol) opgeeft, streamt de video vanaf Flash Media Server (FMS). Een URL naar een XML-bestand kan ook een streaming
videobestand zijn vanaf FMS of FVSS.
Opmerking: Wanneer u op OK klikt in het dialoogvenster Inhoudspad, wordt in Flash Professional de waarde van de parameter cuePoints
ook bijgewerkt, omdat u de parameter contentPath mogelijk hebt gewijzigd zodat de parameter cuePoints niet meer van toepassing is op het
huidige inhoudspad. Het resultaat is dat eventuele uitgeschakelde actiepunten verloren gaan, maar geen ActionScript-actiepunten. Om deze
reden kan het verstandig zijn actiepunten die niet van ActionScript komen via ActionScript uit te schakelen en niet via het dialoogvenster
Actiepunten.
Als u de parameter contentPath of source opgeeft, probeert Flash Professional te verifiëren of de video die u hebt opgegeven compatibel is
met Flash Player. Wanneer u een waarschuwingsdialoogvenster ziet, probeer dan de video met Adobe Media Encoder opnieuw te coderen