Operation Manual

Naar boven
Naar boven
Naar boven
(Alleen Flash Professional CC) Meerdere bitmaps wisselen
Met de optie Bitmaps wisselen kunt u symbolen en bitmaps omwisselen voor geselecteerde symbolen of bitmaps.
1. Selecteer in Flash Pro CC meerdere bitmaps in het werkgebied.
2. Klik op Wisselen in het deelvenster Eigenschappen.
3. In het dialoogvenster Symbool wisselen selecteert u de bitmap die u wilt gebruiken ter vervanging van alle geselecteerde symbolen/bitmaps.
4. Klik op OK.
Bitmaps importeren bij uitvoering
Als u bitmaps tijdens uitvoering wilt toevoegen aan een document, gebruikt u de ActionScript® 2.0- of ActionScript 3.0-opdracht BitmapData. Geef
hiervoor een koppelings-id op voor de bitmap. Zie Koppelingen toewijzen aan elementen in de bibliotheek in ActionScript 2.0 leren in Adobe Flash
of Bibliotheeksymbolen voor ActionScript exporteren in de ActionScript 3.0-ontwikkelaarsgids voor meer informatie.
1. Selecteer de bitmap in het deelvenster Bibliotheek.
2. Ga als volgt te werk:
Selecteer Koppeling in het menu Deelvenster in de rechterbovenhoek van het deelvenster.
Klik met de rechtermuisknop (Windows) of houd de Control-toets ingedrukt en klik (Macintosh) op de naam van de bitmap in het
deelvenster Bibliotheek en selecteer Eigenschappen in het contextmenu.
Als de koppelingseigenschappen niet worden weergegeven in het dialoogvenster Eigenschappen klikt u op Geavanceerd.
3. Selecteer Exporteren voor ActionScript bij Koppeling.
4. Voer in het tekstveld een tekenreeks-id in en klik op OK.
Een bitmap als vulling toepassen
Als u een bitmap als vulling wilt toepassen op een grafisch object, gebruikt u het deelvenster Kleur. Wanneer u een bitmap toepast als een vulling,
wordt het object gevuld met tegels van de bitmap. Met het gereedschap Verlooptransformatie kunt u een afbeelding en de bitmapvulling schalen,
roteren of scheeftrekken.
1. Wanneer u de vulling op een bestaande illustratie wilt toepassen, selecteert u een of meer grafische objecten in het werkgebied.
2. Selecteer Venster > Kleur.
3. Selecteer Bitmap in het pop-upmenu rechtsboven in het deelvenster.
4. Als u een groter voorbeeldvenster wilt gebruiken om meer bitmaps in het huidige document weer te geven, klikt u op de pijl in de
rechterbenedenhoek om het deelvenster Kleur uit te vouwen.
5. Klik op een bitmap om deze te selecteren.
De bitmap wordt de huidige vulkleur. Als u een illustratie hebt geselecteerd in stap 1, wordt de bitmap als vulling toegepast op de illustratie.
Bitmaps bewerken in een externe editor
Als u een Fireworks PNG-bestand wilt bewerken dat is geïmporteerd als een afgevlakte afbeelding, moet u het PNG-bronbestand voor de bitmap
bewerken, indien beschikbaar.
Opmerking: U kunt geen bitmaps uit Fireworks PNG-bestanden bewerken die zijn geïmporteerd als bewerkbare objecten in een extern
beeldbewerkingsprogramma.
Wanneer u QuickTime 3 of hoger, of een andere beeldbewerkingstoepassing op uw systeem hebt geïnstalleerd, kunt u de toepassing vanuit Flash
Professional starten om een geïmporteerde bitmap te bewerken.
Een bitmap bewerken met Photoshop CS5 of hoger
Opmerking: Als u Flash Pro CS5.5 gebruikt, moet u Photoshop CS5.1 gebruiken om deze functie toegankelijk te maken.
1. Klik in het deelvenster Bibliotheek met de rechtermuisknop (Windows) of houd de Control-toets ingedrukt (Macintosh) en klik op het
pictogram van de bitmap. Selecteer vervolgens Bewerken met Photoshop CS5.
2. Voer de gewenste wijzigingen in het bestand door in Photoshop.
3. Selecteer Bestand > Opslaan in Photoshop. (U mag de bestandsnaam en -indeling niet wijzigen.)
4. Keer terug naar Flash Professional.
Het bestand wordt automatisch bijgewerkt in Flash Professional.
Een bitmap bewerken met Fireworks 3 of hoger
1. Klik in het deelvenster Bibliotheek met de rechtermuisknop (Windows) of houd de Control-toets ingedrukt (Macintosh) en klik op het