Operation Manual
Maskerlagen gebruiken
Naar boven
Naar boven
Informatie over maskeerlagen
Werken met maskeerlagen
Informatie over maskeerlagen
U gebruikt een maskeerlaag voor spotlighteffecten en overgangen om een gat te maken waardoor onderliggende lagen zichtbaar zijn. Een
maskeeritem kan een gevulde vorm zijn, een object type, een instantie van een grafisch symbool of een filmclip. Groepeer meerdere lagen onder
een enkele maskeerlaag om geavanceerde effecten te maken.
U kunt een maskeerlaag laten bewegen om dynamische effecten te maken. Voor een gevulde vorm als masker gebruikt u vorm-tweening. Voor
een object type, grafische instantie of filmclip gebruikt u bewegings-tweening. Wanneer u een filmclipinstantie als masker gebruikt, laat u het
masker bewegen langs een bewegingspad.
Plaats een maskeeritem in de laag die u als masker wilt gebruiken om een maskeerlaag te maken. In plaats van streek of vulling fungeert het
maskeeritem als een venster dat het gebied van gekoppelde lagen eronder zichtbaar maakt. De rest van de maskeerlaag verbergt alles, behalve
het gedeelte dat zichtbaar is door het maskeeritem. Een maskeerlaag kan slechts één maskeeritem bevatten. Een maskeerlaag kan zich niet
binnen een knop bevinden en u kunt een masker niet toepassen op een ander masker.
Gebruik ActionScript om een maskeerlaag te maken van een filmclip. Een maskeerlaag die is gemaakt met ActionScript kan alleen worden
toegepast op een andere filmclip. Zie Filmclips als maskers gebruiken in ActionScript 2.0 leren in Adobe Flash.
Opmerking: Het 3D-gereedschap kan niet worden gebruikt voor objecten op gemaskeerde lagen en lagen die 3D-objecten bevatten kunnen niet
worden gebruikt als gemaskeerde lagen. Zie 3D-afbeeldingen voor meer informatie over 3D-gereedschap.
De volgende videozelfstudies tonen hoe u maskerlagen kunt maken en animeren. Sommige video's tonen mogelijk de werkruimte van Flash
Professional CS3 of CS4, maar zijn ook van toepassing op Flash Professional CS5.
Layers TV – Episode 21: Maskers in Flash (9:25)
Maskers maken en animeren (CS3) (2:12)
Werken met maskeerlagen
U kunt maskeerlagen gebruiken om gedeelten van een afbeelding in de laag eronder zichtbaar te maken. Wanneer u een masker wilt maken, geeft
u op dat een laag een maskeerlaag is en tekent of plaatst u een gevulde vorm in deze laag. U kunt elke gevulde vorm als masker gebruiken,
zoals groepen, tekst en symbolen. De maskeerlaag maakt het gebied van gekoppelde lagen onder de gevulde vorm zichtbaar.
Een maskeerlaag maken
1. Selecteer of maak een laag die de objecten bevat die binnen het masker worden weergegeven.
2. Selecteer Invoegen > Tijdlijn > Laag om een nieuwe laag hierboven te maken. Een maskeerlaag maskeert altijd de laag onmiddellijk
eronder. Maak de maskeerlaag dus op de juiste plaats.
3. Plaats een gevulde vorm, tekst of een instantie van een symbool in de maskeerlaag. Bitmaps, verlopen, transparantie, kleuren en lijnstijlen in
een maskeerlaag worden genegeerd in Flash Professional. Elk gevuld gebied is volledig transparant in het masker. Elk niet-gevuld gebied is
dekkend.
4. Klik met de rechtermuisknop (Windows) of houd de Control-toets ingedrukt en klik (Macintosh) op de naam van een maskeerlaag in de
tijdlijn en selecteer Masker. Een maskeerlaagpictogram geeft de maskeerlaag aan. De laag onmiddellijk eronder wordt aan de maskeerlaag
gekoppeld en de inhoud ervan wordt zichtbaar door het gevulde gebied op het masker. De naam van de gemaskeerde laag is ingesprongen
en het pictogram wijzigt in dat van een gemaskeerde laag.
5. Wanneer u het maskeereffect in Flash Professional wilt weergeven, vergrendelt u de maskeerlaag en de gemaskeerde laag.
Aanvullende lagen maskeren nadat u een maskeerlaag hebt gemaakt
Ga als volgt te werk:
Sleep een bestaande laag onmiddellijk onder de maskeerlaag.
Maak een nieuwe laag ergens onder de maskeerlaag.
Selecteer Wijzigen > Tijdlijn > Laageigenschappen en selecteer Gemaskeerd.
Lagen ontkoppelen van een maskeerlaag