Operation Manual

Naar boven
Naar boven
Naar boven
Naar boven
Naar boven
Naar boven
Gebruik het extensiekenmerk om de naam van de extensie op te geven.
Een extensie uitschakelen via de opdrachtregel
1. Ga naar de toepassingsmap van Extension Manager.
2. Voer de volgende opdracht in en geef uw eigen kenmerkwaarden op:
(Windows): ExManCmd.exe /disable "Voorbeeld"
(Macintosh): ./ExManCmd --disable "Voorbeeld"
Gebruik het extensiekenmerk om de naam van de extensie op te geven.
Extension Manager starten vanaf de opdrachtregel
1. Ga naar de toepassingsmap van Extension Manager.
2. Voer de volgende opdracht in en geef uw eigen kenmerkwaarden op:
(Windows): ExManCmd.exe /launch "nl_NL"
(Macintosh): ./ExManCmd --launch "nl_NL"
Gebruik het taalkenmerk om de taalcode voor Extension Manager op te geven.
Een extensie bijwerken via de opdrachtregel
1. Ga naar de toepassingsmap van Extension Manager.
2. Voer de volgende opdracht in en geef uw eigen kenmerkwaarden op:
(Windows): ExManCmd.exe /launch "nl_NL"
(Macintosh): ./ExManCmd --launch "nl_NL"
Gebruik het extensiekenmerk om de naam van de extensie op te geven
Extensies weergeven via de opdrachtregel
1. Ga naar de toepassingsmap van Extension Manager.
2. Voer de volgende opdracht in en geef uw eigen kenmerkwaarden op:
(Windows): ExManCmd.exe /list all "Photoshop CC 64"
(Windows): ExManCmd.exe /list "Photoshop CC 64"
(Macintosh): ./ExManCmd --list "Photoshop CC 64"
Gebruik het kenmerk all om alle extensies weer te geven die zijn geïnstalleerd op het systeem. Gebruik het productnaamkenmerk om de
extensies weer te geven die specifiek voor het product zijn geïnstalleerd.
Updates voor een extensie weergeven via de opdrachtregel
1. Ga naar de toepassingsmap van Extension Manager.
2. Voer de volgende opdracht in en geef uw eigen kenmerkwaarden op:
(Windows): ExManCmd.exe /list_update all "Photoshop CC 64"
(Windows): ExManCmd.exe /list_update "Photoshop CC 64"
(Macintosh): ./ExManCmd --list_update "Photoshop CC 64"
Gebruik het kenmerk all om alle geïnstalleerde extensies op het systeem weer te geven die kunnen worden bijgewerkt. Gebruik het
productnaamkenmerk om de extensies weer te geven die specifiek voor het product zijn geïnstalleerd.
Opdrachten uitvoeren via BridgeTalk
Extension Manager kan installatieopdrachten uitvoeren die worden doorgegeven via BridgeTalk. Als u opdrachten naar Extension Manager wilt
verzenden, moet u voor het doel de BridgeTalk-id "exman-7.0" opgeven.
Windows: var bt = new BridgeTalk(); bt.target = "exman-7.0"; bt.body = "C:\\test.zxp"; bt.send()
10