Operation Manual
702
DREAMWEAVER GEBRUIKEN
Formulieren samenstellen
Laatst bijgewerkt 2/5/2011
• GET Hiermee verzendt u de gegevens met de HTTP-methode get die de inhoud van het formulierveld in de URL-
queryreeks plaatst.
Doel Hiermee kunt u de waarde van het doelkenmerk van de cfform-tag wijzigen.
Type codering Hier geeft u op welke coderingsmethode wordt gebruikt om de formuliergegevens over te brengen.
Opmerking: Het coderingstype heeft niets te maken met tekencodering. Dit kenmerk bepaalt het type inhoud dat wordt
gebruikt om het formulier bij de server in te dienen (wanneer de waarde van de methode
post is). De standaardwaarde
voor dit kenmerk is application/x-www-form-urlencoded.
Indeling Met deze optie bepaalt u wat voor een soort formulier er wordt gemaakt:
• HTML Hiermee genereert u een HTML-formulier en verstuurt u het naar de client. De onderliggende
besturingselementen cfgrid en cftree kunnen de Flash- of applet-indeling hebben.
• Flash Hiermee genereert u een Flash-formulier en verstuurt u het naar de client. Alle besturingselementen hebben
de Flash-indeling.
• XML Hiermee genereert u XForms XML en plaatst u de resultaten in een variabele met de naam van een
ColdFusion-formulier. U verzendt niets naar de client. De onderliggende besturingselementen cfgrid en cftree kunnen
de Flash- of applet-indeling hebben.
Stijl Hier geeft u een stijl voor het formulier op. Raadpleeg de ColdFusion-documentatie voor meer informatie.
Flash/XML Skin Hier kunt u een halo-kleur opgeven om de uitvoer te stileren. Het thema bepaalt welke kleur voor
gemarkeerde en geselecteerde elementen wordt gebruikt.
Gegevens behouden Hiermee bepaalt u of u de beginwaarden van het besturingselement wilt overschrijven door
ingediende waarden wanneer het formulier naar het formulier zelf wordt gepost.
• Bij de instelling Onwaar worden de waarden gebruikt die in de tagkenmerken van het besturingselement zijn
opgegeven.
• Bij de instelling Waar worden de ingediende waarden gebruikt.
Bron scripts Geef hier de URL ten opzichte van de webroot op, van het JavaScript-bestand dat de code aan de zijde van
de client bevat die wordt gebruikt door de tag en onderliggende tags. Dit kenmerk is handig als het bestand zich niet
op de standaardlocatie bevindt. Dit kenmerk is verplicht in sommige hostomgevingen en configuraties die toegang tot
de map /CFIDE blokkeren. De standaardlocatie wordt ingesteld in de ColdFusion-beheerder. Standaard is dat
/CFIDE/scripts/cfform.js.
Archief Hier geeft u de URL op van downloadbare Java-klassen voor cfgrid-, cfslider- en cftree-
appletbesturingselementen. De standaardlocatie is /CFIDE/classes/cfapplets.jar.
Hoogte Hiermee geeft u de hoogte van het formulier op.
Breedte Hiermee geeft u de breedte van het formulier op.
Tag-editor voor cfform weergeven Met de tageditor kunt u eigenschappen bewerken die niet in de
eigenschappencontrole worden weergegeven.
4 Voeg ColdFusion-formulierbesturingselementen in.
Plaats de invoegpositie op de plaats waar u het ColdFusion-formulierbesturingselement in het ColdFusion-formulier
wilt weergeven en selecteer het besturingselement met het menu Invoegen (Invoegen > ColdFusion-objecten >
CFForm) of met de categorie CFForm van het paneel Invoegen.
5 Stel indien nodig de eigenschappen van het besturingselement in met de eigenschappencontrole.