Operation Manual
663
DREAMWEAVER GEBRUIKEN
Toepassingen visueel samenstellen
Laatst bijgewerkt 2/5/2011
Dreamweaver start de SQL-instructie op basis van het type bewerking dat u hebt geselecteerd. Als u bijvoorbeeld
Invoegen selecteert, ziet het dialoogvenster eruit als in het volgende voorbeeld:
4 Maak de SQL-instructie af.
Raadpleeg een handleiding bij Transact SQL voor informatie over het schrijven van SQL-instructies die databases
wijzigen.
5 Gebruik het gebied Variabelen als u SQL-variabelen wilt definiƫren. Geef de naam en runtime waarde op. Door het
type en de grootte van elke variabele op te geven, kunt u injectie-aanvallen voorkomen.
In het volgende voorbeeld ziet u een Insert-instructie die drie SQL-variabelen bevat. De waarden van deze variabelen
worden verschaft door URL-parameters die aan de pagina worden doorgegeven, zoals is gedefinieerd in de kolom
Runtime-waarde van het gebied Variabelen.
Gebruik het paneel Databases in Dreamweaver om de waarde voor Grootte te verkrijgen. Zoek de database in het
paneel Databases en vouw het item uit. Zoek vervolgens de tabel waarmee u werkt en vouw ook deze uit. In de tabel
worden de grootten van de velden vermeld. U vindt hier bijvoorbeeld ADDRESS (WChar 50). In dit voorbeeld is 50
de grootte. U kunt de grootte ook in uw databasetoepassing vinden.
Opmerking: De gegevenstypen Numeriek, Boolean en Datum/tijd hebben altijd de grootte -1.
In de volgende tabel vindt u de waarde voor Type:
Type in database Type in Dreamweaver Grootte
Numeriek (MS Access, MS SQL Server, MySQL) Dubbel -1
Booleaans, Ja/Nee (MS Access, MS SQL Server, MySQL) Dubbel -1
Datum/tijd (MS Access, MS SQL Server, MySQL) DBTimeStamp -1