Operation Manual

644
DREAMWEAVER GEBRUIKEN
Toepassingen visueel samenstellen
Laatst bijgewerkt 2/5/2011
Zorg ervoor dat de instructie een WHERE-clausule met variabelen bevat om de zoekparameters in op te slaan. In het
volgende voorbeeld worden de variabelen
varLastName en varDept genoemd:
SELECT EMPLOYEEID, FIRSTNAME, LASTNAME, DEPARTMENT, EXTENSION FROM EMPLOYEE ¬
WHERE LASTNAME LIKE 'varLastName' ¬
AND DEPARTMENT LIKE 'varDept'
U kunt typewerk besparen door gebruik te maken van de structuur met database-items, onder in het dialoogvenster
Geavanceerde recordset. Zie “Een geavanceerde recordset definiëren door SQL te schrijven” op pagina 591 voor
instructies.
Raadpleeg voor hulp bij het werken met de SQL-syntaxis de SQL primer op
www.adobe.com/go/learn_dw_sqlprimer_nl.
5 Geef de SQL-variabelen de waarden van de zoekparameters. Daartoe klikt u op de plusknop (+) in het gebied
Variabelen en voert u de naam van de variabelen in, de standaardwaarde (de waarde die de variabele krijgt als geen
runtime-waarde wordt geretourneerd) en een runtime-waarde (gewoonlijk een serverobject dat een waarde bevat
die door een browser wordt verzonden, bijvoorbeeld een request-variabele).
In het volgende ASP-voorbeeld gebruikt het HTML-formulier op de zoekpagina de methode
GET en bevat het
formulier een tekstveld met de naam LastName en een tekstveld met de naam Department:
In ColdFusion zouden de runtime waarden
#LastName# en #Department# zijn. In PHP zouden de runtime waarden
$_REQUEST["LastName"] en $_REQUEST["Department"] zijn.
6 (Optioneel) Klik op Testen om een instantie van de recordset te maken met de standaardwaarden voor de
variabelen.
De standaardwaarden simuleren de waarden die anders door de zoekpagina zouden worden geretourneerd. Klik op
OK om de testrecordset te sluiten.
7 Klik op OK als u tevreden bent met de recordset.
De SQL-query wordt in de pagina ingevoegd.
In de volgende stap wordt de recordset op de resultatenpagina weergegeven.
De zoekresultaten weergeven
Wanneer u een recordset hebt gemaakt die de zoekresultaten bevat, moet u de informatie op de resultatenpagina
weergeven. Het weergeven van de records kan een eenvoudige kwestie zijn van het slepen van afzonderlijke kolommen
van het paneel Bindingen naar de resultatenpagina. U kunt navigatiekoppelingen toevoegen om de recordset voor- en
achterwaarts te doorlopen, of u kunt een herhalingsgebied maken om meerdere records op de pagina weer te geven. U
kunt ook koppelingen aan een detailpagina toevoegen.
Zie “Databaserecords weergeven” op pagina 610 voor meer informatie over methoden om dynamische inhoud anders
op een pagina weer te geven dan in de vorm van resultaten in een dynamische tabel.
1 Plaats de invoegpositie waar u de dynamische tabel op de resultatenpagina wilt weergeven en kies Invoegen >
Gegevensobjecten > Dynamische gegevens > Dynamische tabel.