Operation Manual

623
DREAMWEAVER GEBRUIKEN
Pagina's dynamisch maken
Laatst bijgewerkt 2/5/2011
U kunt de codeblokken rechtstreeks in de opbouwfunctie voor servergedrag maken, of u kunt de code uit andere
bronnen kopiëren en plakken. Elk codeblok dat u in de opbouwfunctie voor servergedrag maakt, moet een enkele tag
of een enkel scriptblok zijn. Als u meerdere tagblokken moet invoeren, splitst u ze in afzonderlijke codeblokken.
Voorwaarden in codeblokken
In Dreamweaver kunt u codeblokken ontwikkelen die besturingsinstructies bevatten die voorwaardelijk worden
uitgevoerd. De Opbouwfunctie voor servergedrag gebruikt
if, elseif- en else-instructies en kan ook parameters
voor servergedrag bevatten. Op die manier kunt u andere tekstblokken invoegen op basis van de waarden of OR-
relaties tussen parameters voor servergedrag.
In het volgende voorbeeld worden de instructies
if, elseif en else weergegeven. De vierkante haken ([ ]) duiden op
optionele code en het sterretje (*) geeft nul of meer instanties aan. Gebruik de volgende syntaxis als u een gedeelte van
een codeblok of het hele codeblok alleen wilt uitvoeren als een of meer voorwaarden gelden:
<@ if (expression1) @>conditional text1[<@ elseif (expression2) @>conditional text2]*[<@ else
@>
conditional text3]<@ endif @>
Voorwaardelijke expressies kunnen alle JavaScript-expressies zijn die kunnen worden geëvalueerd met de JavaScript-
functie
eval() en kunnen een parameter voor servergedrag bevatten die wordt gemarkeerd door @@'s. (De @@'s
onderscheiden de parameter van JavaScript-variabelen en trefwoorden.)
Voorwaardelijke expressies doeltreffend gebruiken
Wanneer u
if, else- en elseif-instructies in de XML-tag insertText gebruikt, wordt de desbetreffende tekst
vooraf verwerkt om de
if-instructies op te lossen en te bepalen welke tekst in het resultaat moet worden opgenomen.
De
if- en elseif-instructies gebruiken de expressie als een argument. De voorwaardelijke expressie is dezelfde als die
voor voorwaardelijke JavaScript-expressies, en kan ook parameters voor servergedrag bevatten. Met dergelijke
instructies kunt u kiezen tussen verschillende codeblokken op basis van de waarden van, of de relaties tussen,
parameters voor servergedrag.
De volgende JSP-code bijvoorbeeld is afkomstig uit een Dreamweaver-servergedrag dat een volgend voorwaardelijk
codeblok gebruikt:
@@rsName@@.close();
<@ if (@@callableName@@ != '') @>
@@callableName@@.execute();
@@rsName@@ = @@callableName@@.getResultSet();<@ else @>
@@rsName@@ = Statement@@rsName@@.executeQuery();
<@ endif @>
@@rsName@@_hasData = @@rsName@@.next();
Het voorwaardelijke codeblok begint met <@ if (@@callableName@@ ! = '') @> en eindigt met <@ endif @>.
Als de gebruiker volgens de code een waarde invult voor de
@@callableName@@-parameter in het dialoogvenster
Parameter van het servergedrag (indien dus de
@@callableName@@-parameterwaarde niet nul is of
@@callableName@@ != '')), dan wordt het voorwaardelijke codeblok vervangen door de volgende instructies:
@@callableName@@.execute();
@@rsName@@ = @@callableName@@.getResultSet();
Anders wordt het codeblok vervangen door de volgende instructie:
@@rsName@@ = Statement@@rsName@@.executeQuery();
Meer Help-onderwerpen
Codeblokken herhalen met de lusinstructie” op pagina 625