Operation Manual
617
DREAMWEAVER GEBRUIKEN
Pagina's dynamisch maken
Laatst bijgewerkt 2/5/2011
De recordteller bouwen en aan de pagina toevoegen
❖ Selecteer in het statusvenster Recordsetnavigatiestatus de bij te houden recordset en klik op OK.
Aangepaste recordtellers maken
U gebruikt afzonderlijke vormen van gedrag voor het tellen van records om aangepaste recordtellers te maken. Door
een aangepaste recordteller te maken, kunt u een recordteller maken die meer is dan de eenvoudige, enkele rijtabel die
met het serverobject Navigatiestatus recordset wordt ingevoegd. U kunt de ontwerpelementen op diverse creatieve
manieren ordenen en een geschikt servergedrag op elk element toepassen.
De verschillende vormen van servergedrag voor het tellen van records zijn:
• Nummer beginrecord weergeven
• Nummer eindrecord weergeven
• Totaal aantal records weergeven
Voordat u een aangepaste recordteller voor een pagina kunt maken, moet u eerst een recordset voor de pagina maken,
evenals een geschikte pagina-indeling die de dynamische inhoud bevat, en een navigatiebalk voor de recordset.
In dit voorbeeld wordt een recordteller gemaakt die lijkt op het voorbeeld in “Eenvoudige recordtellers”. In dit
voorbeeld stelt het schreefloos lettertype de tijdelijke aanduiding voor van het aantal records die op de pagina wordt
ingevoegd. De recordteller in dit voorbeeld ziet er als volgt uit:
Records
StartRow tot en met EndRow van RecordSet.RecordCount weergeven.
1 Voer in de ontwerpweergave de tekst van de teller op de pagina in. U mag de tekst geheel zelf kiezen, bijvoorbeeld:
Displaying records thru of .
2 Plaats de invoegpositie aan het einde van de tekenreeks.
3 Open het paneel Servergedrag (Venster > Servergedrag).
4 Klik op de plusknop (+) in de linkerbovenhoek en klik op Telling records weergeven. Selecteer Totaal aantal records
weergeven in dit vervolgmenu. Het gedrag Totaal aantal records weergeven wordt op de pagina ingevoegd, en de
tijdelijke aanduiding wordt op de plaats van de invoegpositie ingevoegd. De tekenreeks ziet er nu als volgt uit:
Displaying records thru of {Recordset1.RecordCount}.
5 Plaats de invoegpositie na het woord records en selecteer de waarde voor Nummer beginrecord weergeven via
Servergedrag > plusknop (+) > deelvenster Telling records. De tekenreeks ziet er nu als volgt uit:
Displaying records {StartRow_Recordset1} thru of {Recordset1.RecordCount}.
6 Plaats de invoegpositie nu tussen de woorden thru en of en selecteer de waarde voor Nummer beginrecord
weergeven via Servergedrag > plusknop (+) > deelvenster Telling records. De tekenreeks ziet er nu als volgt uit:
Displaying records {StartRow_Recordset1} thru {EndRow_Recordset1} of{Recordset1.RecordCount}.
7 Controleer of de teller correct werkt door de pagina weer te geven in Live View. De teller moet eruitzien als in het
volgende voorbeeld:
Displaying records 1 thru 8 of 40.
Als de resultatenpagina een navigatiekoppeling bevat om naar de volgende set records te gaan, wordt de recordteller
als volgt bijgewerkt wanneer u op de koppeling klikt:
Showing records 9 thru 16 of 40.