Operation Manual

593
DREAMWEAVER GEBRUIKEN
Pagina's dynamisch maken
Laatst bijgewerkt 2/5/2011
URL-parameters in de kolom Runtimewaarde:
Formulierparameters in de kolom Runtimewaarde:
5 Klik op Testen om de database te verbinden en een instantie van de recordset te maken.
Als de SQL-instructie variabelen bevat, moet u ervoor zorgen dat de kolom Standaardwaarde van het vak Variabelen
geldige testwaarden bevat voordat u op Testen klikt.
Als de instructie is geslaagd, wordt een tabel met de gegevens in de recordset weergegeven. Elke rij bevat een record en
elke kolom stelt een veld in die record voor. Klik op OK om de recordset te wissen.
6 Klik op OK als u tevreden bent met uw werk.
Opties voor het dialoogvenster Geavanceerde recordset (ColdFusion)
Gebruik het dialoogvenster Geavanceerde recordset om aangepaste SQL-query's te schrijven, of gebruik de structuur
Database-items om SQL-query's te schrijven met een wijs-en-klik-interface.
1 Voer in het vak Naam een naam voor de recordset in.
Dikwijls wordt het voorvoegsel rs vóór recordsetnamen geplaatst om ze te onderscheiden van andere objectnamen in
de code. Bijvoorbeeld:
rsPressReleases
Recordsetnamen mogen alleen letters, cijfers en het onderstrepingsteken (_) bevatten. U mag geen speciale tekens of
spaties gebruiken.
Als u een recordset voor een ColdFusion-component definieert (dus als op dat moment een CFC-bestand in
Dreamweaver is geopend), selecteert u een bestaande CFC-functie in het pop-upmenu Functie of klikt u op de knop
Nieuwe functie om een nieuwe functie te maken.
Opmerking: Het pop-upmenu Functie is alleen beschikbaar als het huidige document een CFC-bestand is en als u toegang
hebt tot een computer waarop ColdFusion MX 7 of hoger wordt uitgevoerd.
De recordset wordt in de functie gedefinieerd.
2 Selecteer een gegevensbron in het pop-upmenu Gegevensbron.
Als het pop-upmenu geen gegevensbronnen bevat, moet u een ColdFusion-gegevensbron maken.
3 Voer in de vakken Gebruikersnaam en Wachtwoord de gebruikersnaam en het wachtwoord voor de ColdFusion-
toepassingsserver in als dat is vereist.
Soms moet u voor gegevensbronnen in ColdFusion een gebruikersnaam en een wachtwoord opgeven om toegang te
krijgen. Als u geen gebruikersnaam en wachtwoord hebt om toegang te krijgen tot een gegevensbron in ColdFusion,
neemt u contact op met de ColdFusion-beheerder van uw organisatie.
4 Voer een SQL-instructie in het tekstgebied SQL in of gebruik de grafische structuur Database-items onder in het
dialoogvenster om een SQL-instructie uit de gekozen recordset op te bouwen.
Servermodel Runtimewaarde-expressie voor URL-parameter
ASP Request.QueryString(“formFieldName”)
PHP $_GET['formFieldName']
Servermodel Runtimewaarde-expressie voor formulierparameter
ASP Request.Form(“formFieldName”)
PHP $_POST['formFieldName']