Operation Manual

583
DREAMWEAVER GEBRUIKEN
Pagina's dynamisch maken
Laatst bijgewerkt 2/5/2011
Een query kan een recordset opleveren die alleen bepaalde kolommen, alleen bepaalde records of een combinatie van
beide bevat. Een recordset kan ook alle records en kolommen van een databasetabel bevatten. Omdat toepassingen
echter zelden alle data in een database moeten gebruiken, dient u ernaar te streven om uw recordsets zo klein mogelijk
te houden. Omdat de webserver de recordset tijdelijk in het geheugen vasthoudt, is voor het gebruik van een kleinere
recordset minder geheugen vereist en kunt u de prestaties van de server potentieel verbeteren.
Databasequery's worden geschreven in SQL (Structured Query Language, uitgesproken als "seekwel"), een eenvoudige
taal waarmee u databasegegevens kunt ophalen, toevoegen en verwijderen. Met de SQL builder die bij Dreamweaver
wordt geleverd, kunt u eenvoudige query's maken zonder kennis van SQL. Maar wanneer u complexe SQL-query's wilt
maken, biedt enige elementaire kennis van deze taal u de mogelijkheid geavanceerdere query's te maken, en biedt die
meer flexibiliteit bij het ontwikkelen van dynamische pagina's.
Voordat u een recordset definieert voor gebruik met Dreamweaver, moet u een verbinding met een database maken
en gegevens in de database invoeren als dat nog niet is gebeurd. Als u nog geen databaseverbinding voor uw site hebt
gedefinieerd, raadpleegt u het hoofdstuk over databaseverbindingen voor de servertechnologie waarvoor u ontwikkelt,
en volgt u de instructies voor het maken van een databaseverbinding.
Meer Help-onderwerpen
Een recordset definiëren zonder SQL te schrijven” op pagina 589
Over URL- en formulierparameters
URL-parameters slaan opgehaalde informatie-invoer van gebruikers op. Als u een URL-parameter wilt definiëren,
maakt u een formulier- of hypertekstkoppeling die de methode
GET gebruikt om gegevens te verzenden. De informatie
wordt toegevoegd aan de URL van de gevraagde pagina en wordt aan de server doorgegeven. Als u URL-variabelen
gebruikt, bevat de queryreeks een of meer naam-/waardeparen die aan de formuliervelden zijn gekoppeld. Deze naam-
/waardeparen worden aan de URL toegevoegd.
Formulierparameters slaan opgehaalde informatie op die in de HTTP-aanvraag voor een webpagina is opgenomen.
Als u een formulier maakt dat de methode
POST gebruikt, worden de gegevens die door het formulier zijn verzonden,
doorgegeven aan de server. Voordat u begint, moet u ervoor zorgen dat u een formulierparameter aan de server
doorgeeft.
Meer Help-onderwerpen
URL-parameters” op pagina 683
Formulierparameters definiëren” op pagina 596
Over sessievariabelen
Met sessievariabelen kunt u informatie opslaan en weergeven die gedurende het bezoek van een gebruiker (een
gebruikerssessie) wordt vastgehouden. De server maakt voor elke gebruiker een afzonderlijk sessieobject en
onderhoudt dat gedurende een ingestelde periode of tot het object expliciet wordt beëindigd.
Omdat sessievariabelen gedurende een hele gebruikerssessie bestaan, ook wanneer de gebruiker van de ene pagina
naar de andere binnen de website gaat, zijn ze bijzonder geschikt om gebruikersvoorkeuren op te slaan.
Sessievariabelen kunnen ook worden gebruikt om een waarde in de HTML-code van een pagina in te voegen, om een
waarde aan een lokale variabele toe te wijzen of om een waarde op te geven om een voorwaardelijke expressie te
evalueren.