Operation Manual

405
DREAMWEAVER GEBRUIKEN
Sjablonen maken en beheren
Laatst bijgewerkt 2/5/2011
sjabloongebruiker de inhoud in het herhalingselement wel kan bewerken, maar dat het ontwerp zelf onder de controle
van de sjabloonauteur blijft.
Er zijn twee typen herhalingsgebieden die u in een sjabloon kunt invoegen: een herhalingsgebied en een
herhalingstabel.
Een optioneel gebied Een gedeelte van een sjabloon dat inhoud—zoals tekst of een afbeelding—bevat die al dan niet
in een document wordt weergegeven. Op de op een sjabloon gebaseerde pagina bepaalt meestal de sjabloongebruiker
of de inhoud wordt weergegeven.
Met een kenmerk voor bewerken in de tag Ontgrendelt u een tagkenmerk in een sjabloon, waardoor het kenmerk kan
worden bewerkt in een op een sjabloon gebaseerde pagina. Zo kunt u “vergrendelen” welke afbeelding wordt
weergegeven in het document, waarbij de sjabloongebruiker nog wel de uitlijning kan instellen op links, rechts of
gecentreerd.
Meer Help-onderwerpen
Inhoud in een op een sjabloon gebaseerd document bewerken” op pagina 433
Bewerkbare gebieden maken” op pagina 415
Herhalingsgebieden maken” op pagina 417
Optionele gebieden gebruiken” op pagina 419
Bewerkbare tagkenmerken definiëren” op pagina 421
Koppelingen in sjablonen
Als u een sjabloonbestand maakt door een bestaande pagina op te slaan als een sjabloon, worden de nieuwe sjabloon
in de map Sjablonen en eventuele koppelingen in het bestand bijgewerkt, zodat hun documentafhankelijke relatieve
paden correct zijn. Later, wanneer u een document maakt dat op deze sjabloon is gebaseerd, en dit opslaat, worden alle
documentafhankelijke relatieve koppelingen opnieuw bijgewerkt om deze naar de juiste bestanden te laten verwijzen.
Als u een nieuwe documentafhankelijke relatieve koppeling toevoegt aan een sjabloonbestand, bestaat het gevaar dat
u een onjuiste padnaam opgeeft als u in het tekstvak voor de koppeling in de eigenschappencontrole het pad typt. Het
correcte pad in een sjabloonbestand is het pad van de map Sjablonen naar het gekoppelde document, niet het pad van
de map van het op een sjabloon gebaseerde document naar het gekoppelde document. Zorg ervoor dat de correcte
paden voor koppelingen bestaan door bij het maken van koppelingen in sjablonen het pictogram met de map of het
pictogram Wijzen naar bestand in de eigenschappencontrole te gebruiken.
Voorkeuren voor het bijwerken van koppelingen in Dreamweaver 8.01
Vóór Dreamweaver 8 (dat wil zeggen Dreamweaver MX 2004 en eerder), werkte Dreamweavergeen koppelingen bij
naar bestanden die zich in de map Sjablonen bevonden. (Als u bijvoorbeeld een bestand met de naam main.css in de
map Sjablonen had en href="main.css" had geschreven als de koppeling in het sjabloonbestand, zou Dreamweaver deze
koppeling niet bijwerken bij het maken van een op een sjabloon gebaseerde pagina.)
Bepaalde gebruikers haalden hun voordeel uit de manier waarop Dreamweaver koppelingen naar bestanden in de map
Sjablonen behandelde en gebruikten deze inconsistentie voor het maken van koppelingen die ze doelbewust niet
wilden bijwerken bij het maken van op een sjabloon gebaseerde pagina's. Als u bijvoorbeeld nog steeds Dreamweaver
MX 2004 gebruikt en een site met verschillende mappen voor verschillende toepassingen hebt—Dreamweaver, Flash
en Photoshop. Elke productmap bevat een op een sjabloon gebaseerde pagina index.html en een unieke versie van het
bestand main.css op hetzelfde niveau. Als het sjabloonbestand de documentafhankelijke relatieve koppeling
href="main.css" (een koppeling naar een versie van het bestand main.css in de map Sjablonen) bevat en als u wilt dat
uw op een sjabloon gebaseerde index.html-pagina's deze koppeling ook geschreven bevatten, kunt u de op een sjabloon