Operation Manual
402
DREAMWEAVER GEBRUIKEN
Werken met andere toepassingen
Laatst bijgewerkt 2/5/2011
•
Als u een digitaal certificaat wilt maken dat u zelf ondertekent, klikt u op de knop Maken en vult u de velden van
het dialoogvenster in. De optie Type verwijst naar het beveiligingsniveau van het certificaat: 1024-RSA gebruikt een
1024-bits sleutel (minder veilig) en 2048-RSA gebruikt een 2048-bits sleutel (veiliger). Klik op OK als u klaar bent.
Geef vervolgens het bijbehorende wachtwoord op in het dialoogvenster Digitale handtekening en klik op OK.
• Selecteer AIRI-pakket voorbereiden op ondertekening en klik op OK. Met deze optie kunt u een AIR
Intermediate-toepassing (AIRI) maken zonder digitale handtekening. Een gebruiker kan de toepassing echter
pas installeren nadat u een digitale handtekening hebt toegevoegd.
Over tijdstempels
Wanneer u een Adobe AIR-toepassing ondertekent met een digitaal certificaat, verstuurt het verpakkingsprogramma
een aanvraag voor een onafhankelijk te controleren datum en tijdstip van ondertekening naar de server van een
certificeringsinstantie. De ontvangen tijdstempel wordt ingesloten in het AIR-bestand. Is het certificaat geldig op het
moment van ondertekening, dan kan het AIR-bestand zelfs worden geïnstalleerd nadat het certificaat is verlopen. Als
er geen tijdstempel wordt verkregen, kan het AIR-bestand niet meer worden geïnstalleerd nadat het certificaat is
verlopen of is ingetrokken.
Standaard wordt met de extensie Adobe AIR voor Dreamweaver een tijdstempel opgehaald tijdens het maken van een
Adobe AIR-toepassing. U kunt de tijdstempelfunctie echter uitschakelen door in het dialoogvenster Digitale
handtekening de optie Tijdstempel uit te schakelen. (Dit kunt u bijvoorbeeld doen als er geen tijdstempelservice
beschikbaar is.) U kunt het beste een tijdstempel opnemen in elk AIR-bestand dat u openbaar distribueert.
Geotrust is de standaardcertificeringsinstantie voor tijdstempels die door de verpakkingsprogramma's van AIR wordt
gebruikt. Zie Een AIR-bestand digitaal ondertekenen voor meer informatie over tijdstempels en digitale certificaten.
Gekoppelde AIR-bestandstypen bewerken
U kunt verschillende bestandstypen aan uw Adobe AIR-toepassing koppelen. Als u bijvoorbeeld wilt dat
bestandstypen met de extensie .avf worden geopend wanneer een gebruiker dubbelklikt op dergelijke bestanden, kunt
u de extensie .avf toevoegen aan de lijst met gekoppelde bestandstypen.
1 Klik in het dialoogvenster AIR - Instellingen voor toepassing en installer op de knop Bewerken naast de optie
Gekoppelde bestandstypen.
2 Voer een van de volgende handelingen uit in het dialoogvenster Gekoppelde bestandstypen:
• Selecteer een bestandstype en klik op de knop met het minteken (-) om het bestandstype te verwijderen.
• Klik op de knop met het plusteken (+) om een bestandstype toe te voegen.
Als u op de knop met het plusteken klikt om een bestandstype toe te voegen, wordt het dialoogvenster
Instellingen voor bestandstypen weergegeven. Vul de velden van het dialoogvenster in en klik op OK om het
dialoogvenster te sluiten.
Hieronder vindt u een lijst met opties:
Naam geeft de naam van het bestandstype aan die wordt weergegeven in de lijst Gekoppelde bestandstypen.
Deze optie is verplicht en mag alleen alfanumerieke ASCII-tekens (a-z, A-Z, 0-9) en punten bevatten
(bijvoorbeeld adobe.VideoFile). De naam moet beginnen met een letter. De maximumlengte is 38 tekens.
Extensie geeft de extensie van het bestandstype aan. U moet de punt van de extensie niet invoeren. Deze optie
is verplicht en mag alleen alfanumerieke ASCII-tekens (a-z, A-Z, 0-9) bevatten. De maximumlengte is 38 tekens.
Beschrijving kunt u gebruiken voor een optionele beschrijving voor het bestandstype.
Inhoudstype geeft het MIME- of mediatype voor het bestand aan (bijvoorbeeld tekst/html, afbeelding/gif
enzovoort).