Operation Manual
367
DREAMWEAVER GEBRUIKEN
JavaScript-gedrag toevoegen
Laatst bijgewerkt 2/5/2011
• Voer JavaScript-code of een functienaam (bijvoorbeeld monitorAPelement()) in het vak JavaScript aanroepen in
als u de code of functie herhaaldelijk wilt uitvoeren terwijl het AP-element wordt gesleept. U kunt bijvoorbeeld een
functie schrijven die de coördinaten van het AP-element in de gaten houdt en in een tekstvak aanwijzingen
weergeeft, zoals “je wordt al warmer” of “het doel bevindt zich heel ergens anders”.
12 Voer JavaScript-code of een functienaam (bijvoorbeeld evaluateAPelementPos()) in het tweede vak JavaScript
aanroepen in als u de code of functie wilt uitvoeren wanneer het AP-element wordt neergezet. Selecteer Alleen bij
bereiken van bestemming als de JavaScript-code alleen moet worden uitgevoerd als het AP-element de
neerzetbestemming heeft bereikt.
13 Klik op OK en controleer of de standaardgebeurtenis juist is.
Informatie verzamelen over het versleepbare AP-element
Wanneer u het gedrag AP-element slepen aan een object koppelt, voegt Dreamweaver de functie MM_dragLayer() in
de
kopsectie van uw document in. (De functie blijft de oude naamgevingsconventie voor AP-elementen (“Laag”)
gebruiken, zodat lagen die in vorige versies van Dreamweaver zijn gemaakt, bewerkbaar blijven.) Deze functie
registreert het AP-element niet alleen als versleepbaar, maar definieert daarnaast nog drie eigenschappen voor elk
versleepbare AP-element:
MM_LEFTRIGHT, MM_UPDOWN en MM_SNAPPED, die u in uw eigen JavaScript-functies kunt
gebruiken om de relatieve horizontale en verticale positie van het AP-element te kunnen bepalen en om te kunnen
bepalen of het AP-element de neerzetbestemming heeft bereikt.
Opmerking: De informatie die hier wordt gegeven, is alleen bedoeld voor ervaren JavaScript-programmeurs.
Met de volgende functie wordt bijvoorbeeld de waarde van het eigenschap
MM_UPDOWN (de huidige verticale positie van
het AP-element) in een formulierveld met de naam
curPosField weergegeven. (Formuliervelden zijn handig voor het
weergeven van gegevens die voortdurend worden bijgewerkt omdat ze dynamisch zijn, dat wil zeggen dat u de inhoud
kunt wijzigen nadat de pagina is geladen.)
function getPos(layerId){
var layerRef = document.getElementById(layerId);
var curVertPos = layerRef.MM_UPDOWN;
document.tracking.curPosField.value = curVertPos;
}
U kunt de waarden van MM_UPDOWN of MM_LEFTRIGHT in een formulierveld weergeven, maar u kunt deze waarden ook
op diverse andere manieren gebruiken. U kunt bijvoorbeeld een functie schrijven waarmee verschillende berichten in
een formulierveld kunnen worden weergegeven afhankelijk van de waarde die de positie van het AP-element ten
opzichte van de neerzetbestemming aangeeft, of u kunt een andere functie aanroepen om een AP-element weer te
geven of te verbergen afhankelijk van de waarde.
Dit is met name nuttig om de eigenschap
MM_SNAPPED te lezen wanneer u verschillende AP-elementen op een pagina
hebt, die allemaal hun eigen doel moeten bereiken voordat de bezoeker verder kan gaan naar de volgende pagina of
taak. U kunt bijvoorbeeld een functie schrijven die telt hoeveel AP-elementen de
MM_SNAPPED-waarde true hebben en
deze aanroepen wanneer een AP-element wordt neergezet. Wanneer bij het tellen van de lagen die op hun bestemming
zijn aangekomen het gewenste aantal is bereikt, kunt u de bezoeker naar de volgende pagina sturen of een bericht
weergeven waarin u de bezoeker feliciteert met het behaalde resultaat.
Het gedrag Ga naar URL toepassen
Met het gedrag Ga naar URL wordt een nieuwe pagina geopend in het huidige venster of in het opgegeven frame. Dit
gedrag is handig voor het wijzigen van de inhoud van twee of meer frames met één muisklik.
1 Selecteer een object en kies Ga naar URL in het menu Gedrag toevoegen van het paneel Gedrag.
2 Selecteer een bestemming voor de URL in de lijst Openen in.