Operation Manual
362
DREAMWEAVER GEBRUIKEN
JavaScript-gedrag toevoegen
Laatst bijgewerkt 2/5/2011
Welke gebeurtenissen worden weergegeven in het menu Gebeurtenissen, hangt af van het object dat is geselecteerd.
Als u wilt weten welke gebeurtenissen een bepaalde browser ondersteunt voor een bepaald pagina-element, voegt u het
desbetreffende pagina-element in uw document in, koppelt u een gedrag aan het element en kijkt u vervolgens in het
menu Gebeurtenissen in het paneel Gedrag. (Standaard worden gebeurtenissen uit de lijst met HTML 4.01-gehaald en
worden deze door de meeste moderne browsers ondersteund.) Gebeurtenissen kunnen uitgeschakeld zijn (ze worden
dan lichter gekleurd weergegeven) als de relevante objecten nog niet op de pagina aanwezig zijn of als het geselecteerde
object geen gebeurtenissen kan ontvangen. Als er andere gebeurtenissen worden weergegeven dan u had verwacht,
moet u controleren of u het juiste object hebt geselecteerd.
Als u een gedrag aan een afbeelding koppelt, worden sommige gebeurtenissen (zoals
onMouseOver) tussen haakjes
weergegeven. Deze gebeurtenissen zijn alleen beschikbaar voor koppelingen. Wanneer u een van deze gebeurtenissen
selecteert, plaatst Dreamweaver een
<a>-tag rondom de afbeelding om een null-koppeling te definiëren. De lege
koppeling wordt in het vak Koppeling van de eigenschappencontrole vertegenwoordigd door
javascript:;. U kunt
de waarde van de koppeling wijzigen als u deze in een echte koppeling naar een andere pagina wilt veranderen, maar
als u de JavaScript-koppeling verwijdert, zonder deze te vervangen door een andere koppeling, verwijdert u het gedrag.
Als u wilt weten welke tags u kunt gebruiken in combinatie met een bepaalde gebeurtenis in een bepaalde browser,
zoekt u naar de gebeurtenis in een van de bestanden in de map Dreamweaver/Configuratie/Gedrag/Gebeurtenissen.
Een gedrag toepassen
U kunt gedrag koppelen aan het gehele document (dat wil zeggen aan de <body>-tag) of aan koppelingen,
afbeeldingen, formulierelementen en verscheidene andere HTML-elementen.
De doelbrowser die u selecteert, bepaalt welke gebeurtenissen worden ondersteund voor een bepaald element.
U kunt meer dan één actie voor elke gebeurtenis opgeven. Acties worden uitgevoerd in de volgorde waarin ze in de
kolom Acties van het paneel Gedrag worden weergegeven, maar u kunt die volgorde wijzigen.
1 Selecteer een element op de pagina, zoals een afbeelding of koppeling.
Als u een gedrag aan de volledige pagina wilt koppelen, klikt u op de
<body>-tag in de tagkiezer in de
linkerbenedenhoek van het documentvenster.
2 Kies Venster > Gedrag.
3 Klik op de plusknop (+) en selecteer een actie in het menu Gedrag toevoegen.
Acties in dit menu die lichter gekleurd worden weergegeven, kunnen niet worden gekozen. Mogelijk worden deze
acties lichter gekleurd weergegeven, omdat een vereist object niet in het huidige document aanwezig is. De actie
Shockwave of SWF beheren wordt bijvoorbeeld lichter gekleurd weergegeven als het document geen Shockwave- of
SWF-bestanden bevat.
Als u een actie selecteert, wordt er een dialoogvenster weergegeven met de parameters en instructies voor de actie.
4 Voer parameters in voor de actie en klik op OK.
Alle acties in Dreamweaver werken in moderne browsers. Sommige acties werken niet in oudere browsers, maar ze
zullen geen fouten veroorzaken.
Opmerking: Doelelementen vereisen een unieke id. Als u bijvoorbeeld het gedrag Afbeelding verwisselen wilt toepassen
op een afbeelding, heeft de afbeelding een id nodig. Als u geen id voor het element hebt opgegeven, geeft Dreamweaver er
automatisch een voor u op.