Operation Manual

352
DREAMWEAVER GEBRUIKEN
Werken met paginacode
Laatst bijgewerkt 2/5/2011
Rel Hier kunt u de relatie tussen het huidige document en het document in het tekstvak Href opgeven. De mogelijke
waarden zijn:
Alternate, Stylesheet, Start, Next, Prev, Contents, Index, Glossary, Copyright, Chapter,
Section, Subsection, Appendix, Help en Bookmark. Als u meer dan één relatie wilt opgeven, scheidt u de waarden
met een spatie.
Rev Hier kunt u een omgekeerde (reverse) relatie opgeven (het tegenovergestelde van Rel) tussen het huidige
document en het document in het tekstvak Href. De mogelijke waarden zijn gelijk aan die voor Rel.
Werken met include-bestanden op de server
Include-bestanden op de server
U kunt Dreamweaver gebruiken om include-bestanden op de server in uw pagina's in te voegen, de include-bestanden
te bewerken of pagina's met include-bestanden te bekijken.
Een include-bestand op de server is een bestand dat de server in uw document invoegt wanneer een browser het
document opvraagt van de server.
Wanneer de browser van een bezoeker het document opvraagt dat de include-instructie bevat, verwerkt de server de
include-instructie en wordt er een nieuw document gemaakt waarin de include-instructie wordt vervangen door de
inhoud van het ingesloten bestand. De server stuurt dit nieuwe document vervolgens naar de browser van de bezoeker.
Wanneer u een lokaal document echter rechtstreeks in een browser opent, is er geen server die de include-instructies
in dat document kan verwerken, zodat de browser het document opent zonder die instructies te verwerken en het
bestand dat ingesloten zou moeten zijn, niet in de browser wordt weergegeven. Daarom kan het moeilijk zijn om,
zonder Dreamweaver te gebruiken na te gaan hoe lokale bestanden eruit zullen zien voor bezoekers nadat u ze op de
server hebt geplaatst.
Met Dreamweaver kunt u documenten echter bekijken zoals ze eruit zullen zien nadat ze op de server zijn geplaatst,
zowel in de ontwerpweergave als wanneer u de functie Voorvertoning in browser gebruikt. Daartoe moet u er echter
voor zorgen dat u een voorvertoning weergeeft van het bestand dat de include als een tijdelijk bestand bevat. (Kies
Bewerken > Voorkeuren, selecteer de categorie Voorvertoning in browser en zorg ervoor dat de optie Voorvertonen
met een tijdelijk bestand is ingeschakeld.)
Opmerking: Als u een testserver gebruikt, bijvoorbeeld Apache of Microsoft IIS, om een voorvertoning van de bestanden
op een lokaal station te bekijken, hoeft u het bestand niet als een tijdelijk bestand weer te geven aangezien de server de
verwerking voor u uitvoert.
Als u een include-bestand op de server in een document invoegt, wordt een verwijzing naar een extern bestand
ingevoegd, maar wordt de inhoud van het opgegeven document niet in het huidige document ingevoegd. De inhoud
van het opgegeven bestand mag alleen bestaan uit de inhoud die u wilt insluiten. Dat betekent dat het bestand geen
head-tags, body-tags of html-tags mag bevatten (met andere woorden: de <html>-tag—HTML-opmaaktags als p-tags,
div-tags, enzovoort, zijn wel toegestaan). Als deze tags wel voorkomen, geven ze problemen met de tags in het
oorspronkelijke bestand en wordt de pagina in Dreamweaver niet correct weergegeven.
U kunt het ingesloten bestand niet rechtstreeks in het document bewerken. Als u de inhoud van een include-bestand
op de server wilt bewerken, moet u dat bestand rechtstreeks bewerken. Wijzigingen in het externe bestand worden
automatisch weerspiegeld in elk document waarin het bestand is ingesloten.