Operation Manual

347
DREAMWEAVER GEBRUIKEN
Werken met paginacode
Laatst bijgewerkt 2/5/2011
Een script bewerken
1 Selecteer de scriptmarkering.
2 Klik in de eigenschappencontrole op de knop Bewerken.
Het script verschijnt in het dialoogvenster Scripteigenschappen.
Als u een koppeling naar een extern scriptbestand had toegevoegd, wordt het bestand geopend in de codeweergave
waar u wijzigingen kunt aanbrengen.
Opmerking: Als er code aanwezig is tussen de scripttags, wordt het dialoogvenster Scripteigenschappen geopend, ook al
is er ook een koppeling naar een extern scriptbestand aanwezig.
3 Geef in het vak Taal de taal JavaScript of VBScript op als taal van het script.
4 Geef in het pop-upmenu Type het type script op: client of server.
5 (Optioneel) Geef in het vak Bron een extern gekoppeld scriptbestand op.
Klik op het mappictogram of de knop Bladeren om een bestand te selecteren of typ het pad.
6 Bewerk het script en klik op OK.
ASP-serverscripts bewerken in de ontwerpweergave
U gebruikt de eigenschappencontrole voor ASP-scripts om ASP-serverscripts te bekijken en te bewerken in de
ontwerpweergave.
1 In de ontwerpweergave selecteert u het visuele pictogram van de tag voor de servertaal.
2 Klik in de eigenschappencontrole voor het ASP-script op de knop Bewerken.
3 Bewerk het ASP-serverscript en klik op OK.
Scripts op de pagina bewerken via de eigenschappencontrole
1 Selecteer in de eigenschappencontrole de scripttaal in het pop-upmenu Taal of typ een taalnaam in het vak Taal.
Opmerking: Als u JavaScript gebruikt, maar niet zeker bent van de versie, selecteert u JavaScript in plaats JavaScript 1.1
of JavaScript 1.2.
2 Geef in het pop-upmenu Type het type script op: client of server.
3 (Optioneel) Geef in het vak Bron een extern gekoppeld scriptbestand op. Klik op het mappictogram om het
bestand te selecteren of typ het pad.
4 Klik op Bewerken om het script te bewerken.
Meer Help-onderwerpen
Scripts schrijven en bewerken in de ontwerpweergave” op pagina 346
JavaScript-gedrag gebruiken
U kunt gemakkelijk een JavaScript-(client)gedrag aan pagina-elementen verbinden via het tabblad Gedrag van de
tagcontrole. Zie “Ingebouwd Dreamweaver-gedrag toepassen” op pagina 364 voor meer informatie.