Operation Manual

340
DREAMWEAVER GEBRUIKEN
Werken met paginacode
Laatst bijgewerkt 2/5/2011
Een bestaand HTML-document XHTML-compatibel maken
1 Open een document en voer een van de volgende handelingen uit:
Voor een document zonder frames selecteert u Bestand > Converteren. Selecteer daarna een van de XHTML-
documenttypedefinities.
U kunt een HTML-document bijvoorbeeld XHTML-compatibel maken door XHTML 1.0 Transitional of
XHTML 1.0 Strict te selecteren in het pop-upmenu
Voor een document met frames selecteert u een frame en selecteert u Bestand > Converteren. Selecteer daarna
een van de XHTML-documenttypedefinities.
2 Als u het hele document wilt converteren, herhaalt u deze stap voor elk frame en voor het framesetdocument.
Opmerking: U kunt een instantie van een sjabloon niet converteren omdat de instantie in dezelfde taal moet zijn
opgesteld als de sjabloon waarop deze is gebaseerd. Een document dat is gebaseerd op een XHTML-sjabloon, zal
bijvoorbeeld altijd een XHTML-document zijn, terwijl een document dat is gebaseerd op een niet-XHTML-compatibele
HTML-sjabloon, altijd een HTML-document zal zijn dat niet kan worden geconverteerd naar een XHTML-document of
een document in een andere taal.
De ColdFusion-foutopsporing gebruiken (alleen Windows)
Als u een ColdFusion-ontwikkelaar bent die ColdFusion als Dreamweaver-testserver gebruikt, kunt u ColdFusion-
foutopsporingsinformatie weergeven zonder Dreamweaver te verlaten.
Opmerking: Deze functie wordt niet ondersteund op de Macintosh. Macintosh-ontwikkelaars kunnen Voorvertonen in
browser (F12) gebruiken om een ColdFusion-pagina te openen in een aparte browser. Als de pagina fouten bevat, wordt
onderaan op de pagina informatie weergegeven over de mogelijke oorzaken van de fouten.
Als u ColdFusion MX 6.1 of eerder gebruikt, zorg dan dat foutopsporingsinstellingen zijn ingeschakeld in ColdFusion-
beheer voordat u de foutopsporing start. Als u ColdFusion MX 7 of later gebruikt, schakelt Dreamweaver de
instellingen voor u in.
Zorg ook dat ColdFusion wordt uitgevoerd op uw Dreamweaver-testserver. Zie “Een testserver instellen” op pagina 48
voor meer informatie.
Als u wilt dat de foutopsporingsinformatie wordt vernieuwd telkens wanneer een pagina wordt weergegeven in de
interne browser, moet u ervoor zorgen dat Internet Explorer controleert of er een nieuwere versie van het bestand
bestaat telkens wanneer het bestand wordt opgevraagd. Selecteer hiervoor Extra > Internet-opties in Internet Explorer,
klik op de tab Algemeen en klik de knop Instellingen in het vak Tijdelijke Internet-bestanden. Selecteer de optie Bij elk
bezoek aan een pagina in het dialoogvenster Instellingen.
1 Open de ColdFusion-pagina in Dreamweaver.
2 Klik op het pictogram Server debuggen op de werkbalk Document.
Dreamweaver vraagt de pagina op van de ColdFusion-server en geeft deze weer in een intern Internet Explorer-
browservenster. Als de pagina fouten bevat, worden onderaan op de pagina mogelijke oorzaken van de fouten
weergegeven.
Tegelijkertijd wordt het paneel Server debuggen geopend. Dit paneel biedt zeer veel nuttige informatie, zoals alle
pagina's die de server heeft verwerkt om de pagina weer te geven, alle SQL-query's die op de pagina zijn uitgevoerd en
alle eventuele servervariabelen en hun waarden. Het paneel geeft ook een overzicht van de uitvoertijd.
3 Als het paneel Server debuggen de categorie Uitzonderingen bevat, klikt u op het plusteken (+) om de categorie uit
te vouwen.