Operation Manual

23
DREAMWEAVER GEBRUIKEN
Werkruimte
Laatst bijgewerkt 2/5/2011
De eigenschappencontrole gebruiken
Met de eigenschappencontrole kunt u de meest voorkomende eigenschappen voor het momenteel geselecteerde
pagina-element, zoals tekst of een ingevoegd object, onderzoeken en bewerken. De inhoud van de
eigenschappencontrole hangt af van het geselecteerde element.
Als u Help-informatie wilt bekijken over een bepaald item in de eigenschappencontrole, klikt u op de knop Help
rechtsboven in de eigenschappencontrole of selecteert u Help in het menu Opties van de eigenschappencontrole.
Opmerking: Gebruik de tagcontrole om de kenmerken die aan de eigenschappen van een bepaalde tag zijn gekoppeld,
weer te geven en te bewerken.
Meer Help-onderwerpen
Overzicht van de eigenschappencontrole” op pagina 14
Teksteigenschappen instellen in de eigenschappencontrole” op pagina 235
Deelvensters koppelen en ontkoppelen” op pagina 25
Kenmerken wijzigen met de tagcontrole” op pagina 342
De eigenschappencontrole weergeven of verbergen
Selecteer Venster > Eigenschappen.
De eigenschappencontrole uitvouwen of samenvouwen
Klik op de uitvouwpijl in de rechterbenedenhoek van de eigenschappencontrole.
Eigenschappen voor een pagina-element weergeven en wijzigen
1 Selecteer het pagina-element in het documentvenster.
U moet mogelijk de eigenschappencontrole uitvouwen om alle eigenschappen voor het geselecteerde element te
kunnen zien.
2 Wijzig de gewenste eigenschappen in de eigenschappencontrole.
Opmerking: Voor informatie over specifieke eigenschappen selecteert u een element in het documentvenster en klikt u op
het pictogram Help in de rechterbovenhoek van de eigenschappencontrole.
3 Als uw wijzigingen niet onmiddellijk in het documentvenster worden toegepast, gaat u op een van de volgende
manieren te werk om de wijzigingen toe te passen:
Klik buiten de tekstvelden voor het bewerken van eigenschappen.
Druk op Enter (Windows) of Return (Macintosh).
Druk op Tab om naar een andere eigenschap te gaan.
Contextmenu's gebruiken
Via contextmenu's hebt u snel toegang tot de meest gebruikte opdrachten en eigenschappen die betrekking hebben op
het object of venster waarmee u werkt. Contextmenu's bevatten alleen de opdrachten die betrekking hebben op de
huidige selectie.
1 Klik met de rechtermuisknop (Windows) of terwijl u Control ingedrukt houdt op het object of venster.