Operation Manual
285
DREAMWEAVER GEBRUIKEN
Koppelingen en navigatie
Laatst bijgewerkt 2/5/2011
Belangrijk: Sla nieuwe bestanden altijd op voordat u een documentafhankelijk relatief pad maakt. Een dergelijk pad is
niet geldig als het beginpunt nog niet is vastgesteld. Als u een documentafhankelijk relatief pad maakt voordat het bestand
wordt opgeslagen, gebruikt Dreamweaver een tijdelijk absoluut pad dat begint met file:// totdat het bestand is opgeslagen.
Wanneer u het bestand opslaat, converteert Dreamweaver het absolute pad naar een relatief pad.
Op www.adobe.com/go/vid0149_nl vindt u een zelfstudie over het maken van koppelingen.
Meer Help-onderwerpen
“Absolute, documentafhankelijke relatieve en hoofdmapafhankelijke relatieve paden” op pagina 282
Zelfstudie over het maken van koppelingen
JavaScript-gedrag verbinden aan koppelingen
Aan elke koppeling in een document kunt u gedrag verbinden. U kunt bijvoorbeeld een van de volgende gedragingen
verbinden aan gekoppelde elementen die u invoegt in een document.
Tekst van statusbalk instellen bepaalt de tekst van een bericht en geeft dit weer in de statusbalk in de
linkerbenedenhoek van het browservenster. U kunt bijvoorbeeld dit gedrag gebruiken om de bestemming van een
koppeling op de statusbalk te beschrijven in plaats van de URL weer te geven die aan de koppeling is verbonden.
Browservenster openen opent een URL in een nieuw venster. U kunt de eigenschappen van het nieuwe venster
opgeven, waaronder de naam, de afmetingen en de kenmerken (of de grootte kan worden aangepast, de menubalk
wordt weergegeven, enzovoorts).
Snelmenu geeft een snelmenu weer. U kunt het menu aanpassen, een ander gekoppeld bestand opgeven of de
doellocatie van het gekoppelde document in de browser wijzigen.
Meer Help-onderwerpen
“Ingebouwd Dreamweaver-gedrag toepassen” op pagina 364
Koppelingen naar documenten maken in de eigenschappencontrole
Met het mappictogram of het vak Koppeling in de eigenschappencontrole kunt u afbeeldingen, objecten en tekst
koppelen aan een ander document of bestand.
1 Selecteer tekst of een afbeelding in de ontwerpweergave van het documentvenster.
2 Open de eigenschappencontrole (Venster > Eigenschappen) en voer een van de volgende acties uit:
• Klik op het mappictogram aan de rechterzijde van het vak Koppeling om naar een bestand te bladeren en het
te selecteren.
Het pad naar het gekoppelde document wordt weergegeven in het vak URL. In het vervolgkeuzemenu Ten opzichte
van in het dialoogvenster HTML-bestand selecteren kunt u instellen of het pad document- of hoofdmapafhankelijk is.
Klik vervolgens op Selecteer. Het geselecteerde padtype geldt alleen voor de huidige koppeling. (U kunt de
standaardinstellingen wijzigen in het vak Ten opzichte van in de site-instellingen.)
• Typ het pad en de bestandsnaam van het document in het vak Koppeling.
Als u een document in uw site wilt koppelen, voert u een document- of hoofdmapafhankelijk relatief pad in. Als u een
document buiten uw site wilt koppelen, voert u een absoluut pad in, inclusief protocol (bijvoorbeeld http://). U kunt
deze methode gebruiken voor het invoeren van koppelingen naar bestanden die nog niet bestaan.
3 Selecteer het doel van het gekoppelde document in het vervolgkeuzemenu Doel:
• _blank laadt het gekoppelde document in een nieuw naamloos browservenster.