Operation Manual

DREAMWEAVER CS3
Handboek
62
Zie ook
“De toepassingsserver kiezen” op pagina 477
Opties voor het bewerken van bestanden instellen (deel 3) op het tabblad Basis
Het doel van dit dialoogvenster is om uw ontwikkelomgeving te selecteren.
1 Selecteer de methode waarmee u tijdens de ontwikkeling aan bestanden werkt.
2 Maak een locatie waarin uw bestanden worden opgeslagen, of klik op het mappictogram om naar de map te bladeren.
Dit is de werkmap voor uw Dreamweaver-site. Het is de plaats waar u de bestanden voor eenDreamweaver-site opslaat
waaraan nog wordt gewerkt. In het paneel Bestanden van Dreamweaver wordt deze map weergegeven als de lokale site.
Zie ook
Over lokale en externe mapstructuur” op pagina 38
Opties voor het testen van bestanden instellen (URL-voorvoegsel) op het tabblad Basis
Dit dialoogvenster wordt weergegeven als u eerder in het proces een servertechnologie hebt geselecteerd. Het doel van het
dialoogvenster is om een URL-voorvoegsel op te geven, zodat Dreamweaver uw testserver kan gebruiken voor het
weergegeven van gegevens en voor het maken van verbindingen met databases terwijl u werkt. Een URL-voorvoegsel
bestaat uit de domeinnaam en een van de submappen of virtuele mappen van de thuismap van uw website.
1 Voer de URL in die gebruikers in de browser moeten typen om uw webtoepassing te openen, maar voeg geen
bestandsnaam toe.
Stel dat de URL van uw toepassing www.adobe.com/mijncooletoepassing/start.jsp is. In dat geval voert u het volgende
URL-voorvoegsel in: www.adobe.com/mijncooletoepassing/.
Als Dreamweaver wordt uitgevoerd op dezelfde computer als uw webserver, kunt u de term localhost gebruiken als tijdelijke
aanduiding voor uw domeinnaam. Stel dat de URL van uw toepassing boterbloem_pc/mijncooletoepassing/start.jsp is. U
kunt dan het volgende URL-voorvoegsel invoeren: http://localhost/mijncooletoepassing/.
2 Klik op URL testen om te controleren of uw URL werkt.
Zie ook
“Een testserver instellen” op pagina 45
Over het URL-voorvoegsel voor de testserver” op pagina 47
Opties voor het testen van bestanden instellen (externe toegang) op het tabblad Basis
Het doel van dit dialoogvenster is om een toegangsmethode te selecteren waarmee Dreamweaver toegang heeft tot uw
testserver.
Dreamweaver werkt met een testserver voor het genereren en weergeven van dynamische inhoud terwijl u werkt. De
testserver kan uw lokale computer, een ontwikkelingsserver, een parkeerserver of een productieserver zijn. Wat u kiest,
maakt niet uit, zolang de server maar de dynamische pagina's kan verwerken die u wilt gaan ontwikkelen.
Selecteer een toegangsmethode uit het pop-upmenu en vul de desbetreffende tekstvakken in.
Geen Laat deze standaardinstelling ongewijzigd als u niet van plan bent uw site te uploaden naar een server.
FTP Gebruik deze instelling als u met FTP verbinding maakt met uw webserver.
Lokaal/Netwerk Gebruik deze instelling voor toegang tot een netwerkmap, of als u bestanden opslaat of uw testserver
uitvoert op uw lokale computer.
RDS (Remote Development Services) Gebruik deze instelling als u verbinding maakt met uw webserver met RDS. Voor
deze toegangsmethode moet uw externe map zich op een computer bevinden waarop ColdFusion wordt uitgevoerd.