Operation Manual
DREAMWEAVER CS3
Handboek
61
5 Voer de URL in die gebruikers in de browser moeten typen om uw webtoepassing te openen, maar voeg geen
bestandsnaam toe.
Stel dat de URL van uw toepassing www.macromedia.com/mijncooletoepassing/start.jsp is. In dat geval voert u het
volgende URL-voorvoegsel in: www.adobe.com/mijncooletoepassing/.
6 Klik op de knop Instellingen om de toegangsgegevens op te geven.
7 Geef de gegevens op in het dialoogvenster RDS-server configureren en klik op OK.
Zie ook
“Een externe map instellen” op pagina 41
Opties van het tabblad Basis
Opties voor het bewerken van bestanden instellen op het tabblad Basis
De wizard Sitedefinitie heeft drie gedeelten waarmee u een Dreamweaver-site kunt instellen: bestanden bewerken,
bestanden testen en bestanden delen. Afhankelijk van de instellingen die u selecteert, kan een sectie uit meerdere schermen
bestaan. Bovenaan in het dialoogvenster ziet u aan de vetgedrukte sectienaam waar u zich bevindt in het proces. U hoeft
mogelijk niet in alledrie de secties mappen in te stellen. Met de vragen op het tabblad kunt u vaststellen wat u nodig hebt.
Het doel van dit dialoogvenster is om uw Dreamweaver-site een naam te geven en de URL op te geven.
Zie ook
“Over Dreamweaver-sites” op pagina 38
Uw Dreamweaver-site een naam geven
❖
Voer een naam in voor uw Dreamweaver-site.
Geef de URL van uw site op.
❖
Voer de URL (het HTTP-adres) van uw Dreamweaver-site in.
Dreamweaver gebruikt dit adres om te controleren of hoofdmapafhankelijke relatieve koppelingen zullen werken op de
server, waar de hoofdmap wellicht anders is. Als u bijvoorbeeld een koppeling maakt naar een afbeelding in de map
C:\Sales\images\ op uw vaste schijf (waar de map Sales is ingesteld als lokale hoofdmap) en de URL van uw site
http://www.mijnsite.com/SalesApp/ is (waar de map SalesApp uw externe hoofdmap is), voert u de URL in het tekstvak
HTTP-adres in om te zorgen dat het pad naar de gekoppelde afbeelding op de server /SalesApp/images/ is.
Opties voor het bewerken van bestanden instellen (deel 2) op het tabblad Basis
Het doel van dit dialoogvenster is om aan te geven waar u een webtoepassing opbouwt. Een webtoepassing is een
verzameling webpagina's die samenwerken met de gebruiker, met elkaar en met verschillende bronnen op een webserver,
waaronder databases.
Als u een webtoepassing bouwt, moet u de servertechnologie selecteren die op uw webserver wordt uitgevoerd.
1 Selecteer Nee als u niet van plan bent een servertechnologie te gebruiken om een webtoepassing te maken, of selecteer
Ja als u wel van plan bent een servertechnologie te gebruiken om een webtoepassing te maken.
2 Als u Ja hebt geselecteerd, selecteert u een servertechnologie.
U kunt Dreamweaver gebruiken voor het bouwen van webtoepassingen met vijf servertechnologieën: ColdFusion,
ASP.NET, ASP, JSP of PHP. Elk van deze technologieën komt overeen met een documenttype in Dreamweaver. Welke
technologie u kiest voor uw webtoepassing, is afhankelijk van verschillende factoren, waaronder hoe bekend u bent met
verschillende scripttalen en de toepassingsserver die u wilt gebruiken.