Operation Manual
DREAMWEAVER CS3
Handboek
636
CFC's bewerken in Dreamweaver
DreamweaverbiedteengestroomlijndemanieromdecodetebewerkenvandeColdFusion-componentendievoordesite
zijn gedefinieerd. U kunt een componentfunctie bijvoorbeeld toevoegen, wijzigen of verwijderen zonder Dreamweaver te
verlaten.
Om deze functie te gebruiken, moet u de ontwikkelomgeving als volgt instellen:
• ColdFusion moet lokaal worden uitgevoerd.
• In het dialoogvenster Geavanceerde sitedefinitie van Dreamweaver moet het toegangstype dat in de categorie Testserver
is opgegeven, Lokaal/Netwerk zijn.
• In het dialoogvenster Geavanceerde sitedefinitie moet het pad naar de lokale hoofdmap hetzelfde zijn als het pad van de
testservermap (bijvoorbeeld c:\Inetpub\wwwroot\cf_projects\myNewApp\). U kunt deze paden bekijken en wijzigen
door Site > Sites bewerken te kiezen.
• De component moet zijn opgeslagen in de lokale sitemap of een van de submappen daarvan op uw vaste schijf.
Open een ColdFusion-pagina in Dreamweaver en geef de componenten weer in het paneel Componenten. Als u de
componenten wilt weergeven, opent u het paneel Componenten (Venster > Componenten), kiest u CF-componenten in het
pop-upmenu van het paneel en klikt u op de knop Vernieuwen in het paneel.
Omdat ColdFusion lokaal wordt uitgevoerd, geeft Dreamweaver componentenpakketten op de vaste schijf weer.
Ga als volgt te werk om een component te bewerken.
1 Open een ColdFusion-pagina in Dreamweaver en geef de componenten weer in het paneel Componenten (Venster>
Componenten).
2 Selecteer CF-componenten in het pop-upmenu van het paneel en klik op de knop Vernieuwen van het paneel.
Omdat ColdFusion lokaal wordt uitgevoerd, geeft Dreamweaver componentenpakketten op de vaste schijf weer.
Opmerking: Als u de CFC-recordset visueel wilt bewerken, dubbelklikt u erop in het paneel Bindingen.
3 Als u een componentenbestand algemeen wilt bewerken, opent u het pakket en dubbelklikt u op de naam van de
component in de structuurweergave.
Het bestand van de component wordt in de codeweergave geopend.
4 Als u een specifieke functie, argument of eigenschap wilt bewerken, dubbelklikt u op het item in de structuurweergave.
5 Breng de wijzigingen handmatig in de codeweergave aan.
6 Sla het bestand op (Bestand > Opslaan).
7 Als u een nieuwe functie in het paneel Componenten wilt bekijken, vernieuwt u de weergave door op de knop
Vernieuwen op de paneelwerkbalk te klikken.
Zie ook
“CFC's weergeven in Dreamweaver” op pagina 635
Webpagina's samenstellen die CFC's gebruiken
Een manier om een componentfunctie op uw webpagina's te gebruiken, is door code in de pagina te schrijven die de functie
activeert wanneer de pagina wordt opgevraagd. Dreamweaver kan u helpen bij het schrijven van deze code.
Opmerking: Voor andere manieren waarop u componenten kunt gebruiken, raadpleegt u de ColdFusion-documentatie vanuit
Dreamweaver (Help > ColdFusion gebruiken).
1 Open de ColdFusion-pagina die de componentfunctie zal gebruiken, in Dreamweaver.
2 Schakel naar de codeweergave (Weergave > Code).
3 Open het paneel Componenten (Venster > Componenten) en selecteer CF-componenten in het pop-upmenu van het
paneel.