Operation Manual
DREAMWEAVER CS3
Handboek
622
Een opgeslagen procedure is een herbruikbaar database-item dat een bepaalde bewerking met de database uitvoert. Een
opgeslagen procedure bevat SQL-code waarmee u onder andere records kunt invoegen, bijwerken of verwijderen. Met
opgeslagen procedures kunt u ook de structuur van de database zelf wijzigen. U kunt een opgeslagen procedure
bijvoorbeeld gebruiken om een tabelkolom toe te voegen, of zelfs om een tabel te verwijderen.
Een opgeslagen procedure kan ook een andere opgeslagen procedure aanroepen, en invoerparameters accepteren of in de
vorm van uitvoerparameters meerdere waarden aan de aanroepende procedure retourneren.
Een opgeslagen procedure is in die zin herbruikbaar dat u een enkele gecompileerde versie van de procedure kunt gebruiken
om een databasebewerking een aantal keer uit te voeren. Als u weet dat een bepaalde databasetaak meerdere keren zal
worden uitgevoerd, of dat dezelfde taak door verschillende toepassingen zal worden uitgevoerd, kunnen
databasebewerkingen doeltreffender worden uitgevoerd door een opgeslagen procedure voor die taak te gebruiken.
Opmerking: MySQL- en Microsoft Access-databases bieden geen ondersteuning voor opgeslagen procedures.
Een opgeslagen procedure toevoegen (ColdFusion)
U kunt een opgeslagen procedure gebruiken om een database te wijzigen. Een opgeslagen procedure is een herbruikbaar
database-item dat een bepaalde bewerking met de database uitvoert.
Opmerking: MySQL- en Microsoft Access-databases bieden geen ondersteuning voor opgeslagen procedures.
Voordat u een opgeslagen procedure gebruikt om een database te wijzigen, moet u ervoor zorgen dat de opgeslagen
procedure SQL bevat dat de database in een bepaald opzicht verandert. Raadpleeg uw databasedocumentatie en een goede
handleiding voor Transact-SQL voor instructies bij het maken van een opgeslagen procedure en het opslaan ervan in uw
database.
1 Open de pagina die de opgeslagen procedure zal uitvoeren, in Dreamweaver.
2 Klik in het paneel Bindingen (Venster > Bindingen) op de plusknop (+) en selecteer Opgeslagen procedure.
3 Selecteer in het pop-upmenu Gegevensbron een verbinding met de database die de opgeslagen procedure bevat.
4 Voer de gebruikersnaam en het wachtwoord voor de ColdFusion-gegevensbron in.
5 Selecteer een opgeslagen procedure in het pop-upmenu Procedures.
Dreamweaver vult alle parameters automatisch in.
6 Selecteer een parameter en klik op Bewerken als u wijzigingen wilt aanbrengen.
Het dialoogvenster Variabele voor opgeslagen procedure bewerken wordt geopend. De naam van de variabele die u
bewerkt, wordt in het vak Naam weergegeven.
Opmerking: U moet testwaarden voor alle invoerparameters van de opgeslagen procedure invoeren.
7 Breng de noodzakelijke wijzigingen aan:
• Selecteer een richting in het pop-upmenu. Een opgeslagen procedure kan invoerwaarden, uitvoerwaarden of zowel
invoer- als uitvoerwaarden hebben.
• Selecteer een SQL-type in het pop-upmenu. Voer een resultaatwaarde, een runtime-waarde en een testwaarde in.
8 Als de opgeslagen procedure een parameter nodig heeft, klikt u op de plusknop (+) om een paginaparameter toe te
voegen.
Opmerking: U moet corresponderende paginaparameters toevoegen voor elke resultaatwaarde van elke opgeslagen-
procedureparameter. Voeg alleen paginaparameters toe als er een corresponderende resultaatwaarde is.
Klik nogmaals op de plusknop (+) als u nog een paginaparameter moet toevoegen.
9 Selecteer een paginaparameter en klik op de minknop (-) als u de parameter moet verwijderen, of klik op Bewerken als
u de parameter moet wijzigen.
10 Selecteer de optie 'Retourneert de volgende recordset', en voer een naam voor de recordset in. Als de opgeslagen
procedure een recordset retourneert, klikt u op de knop Testen om de recordset te zien die de opgeslagen procedure
retourneert.
Dreamweaver voert de opgeslagen procedure uit en geeft eventueel de recordset weer.