Operation Manual

DREAMWEAVER CS3
Handboek
605
Het gegevenstype is het soort gegevens dat de kolom in de databasetabel verwacht (tekst, numeriek, Booleaanse opties).
Herhaal de procedure voor elk formulierobject in het formulier.
6 Voer in het vak 'Na invoegen, ga naar' de pagina in die u wilt openen nadat de record in de tabel is ingevoegd, of klik op
de knop Bladeren om het bestand te zoeken.
7 Klik op OK.
Dreamweaver voegt servergedrag aan de pagina toe waarmee gebruikers records in een database kunnen invoegen door het
HTML-formulier in te vullen en op de knop Verzenden te klikken.
De invoegpagina samenstellen in één bewerking
1 Open de pagina in de ontwerpweergave en kies Invoegen > Gegevensobjecten > Record invoegen > Wizard Formulier
Record invoegen
2 Selecteer in het pop-upmenu Verbinding een verbinding met de database. Klik op Definiëren als u een verbinding moet
definiëren.
3 Selecteer in het pop-upmenu 'Invoegen in tabel' de databasetabel waarin de record moet worden ingevoegd.
4 Als u ColdFusion gebruikt, voert u een gebruikersnaam en wachtwoord in.
5 Voer in het vak 'Na invoegen, ga naar' de pagina in die u wilt openen nadat de record in de tabel is ingevoegd, of klik op
de knop Bladeren om het bestand te zoeken.
6 Als u ASP.NET gebruikt, kunt u een pagina opgeven die u bij succes wilt openen, en een pagina die u bij mislukken wilt
openen. U kunt er ook voor kiezen om foutopsporingsinformatie weer te geven bij mislukken.
Als u de optie 'Foutopsporingsinformatie weergeven bij mislukken' selecteert, negeert Dreamweaver de optie 'Ga bij
mislukken naar'.
Gebruik de optie 'Foutopsporingsinformatie weergeven bij mislukken' in de ontwikkelingsfase en gebruik de optie 'Ga bij
mislukken naar' als de site in gebruik genomen is.
7 Geef in het gebied Formuliervelden de formulierobjecten op die u in het HTML-formulier van de invoegpagina wilt
opnemen, en geef op welke kolommen in de databasetabel elk formulierobject bijwerkt.
Standaard maakt Dreamweaver een formulierobject voor elke kolom in de databasetabel. Als de database automatisch
unieke sleutel-id's genereert voor elke nieuwe record, verwijdert u het formulierobject dat correspondeert met de
sleutelkolom door het object in de lijst te selecteren en op de minknop (-) te klikken. Hiermee sluit u het risico uit dat de
gebruiker van het formulier een bestaande id-waarde invoert.
U kunt de volgorde van de formulierobjecten in het HTML-formulier wijzigen. Daartoe selecteert u het formulierobject in
de lijst en klikt u op de pijl-omhoog of de pijl-omlaag, rechts in het dialoogvenster.
8 Geef op hoe elk gegevensinvoerveld in het HMTL-formulier moet worden weergegeven. Daartoe klikt u in een rij in de
tabel Formuliervelden en voert u de volgende informatie in de vakken onder de tabel in:
Voer in het vak Label een beschrijvende label in die naast het gegevensinvoerveld wordt weergegeven. Standaard geeft
Dreamweaver de naam van de tabelkolom in de label weer.
Selecteer in het pop-upmenu Weergeven als een formulierobject dat als gegevensinvoerveld moet fungeren. U kunt
kiezen uit Tekstveld, Tekstgebied, Menu, Selectievakje, Groep keuzerondjes en Tekst. Selecteer Tekst voor alleen-
lezenvermeldingen. U kunt ook Wachtwoordveld, Bestandsveld en Verborgen veld selecteren.
Opmerking: Verborgen velden worden aan het einde van het formulier ingevoegd.
Selecteer in het pop-upmenu Verzenden als de gegevensindeling die door de databasetabel wordt geaccepteerd. Als de
tabelkolom bijvoorbeeld alleen numerieke gegevens accepteert, selecteert u Numeriek.
Stel de eigenschappen van het formulierobject in. De mogelijke opties hangen af van het formulierobject dat u als
gegevensinvoerveld hebt geselecteerd. Voor tekstvelden, tekstgebieden en tekst kunt u een beginwaarde invoeren. Voor
menu's en groepen keuzerondjes opent u een ander dialoogvenster waarin u de eigenschappen kunt instellen. Voor
opties schakelt u de optie Ingeschakeld of Uitgeschakeld in.
Als u met ASP.NET werkt, kunt u kiezen om een webformulierbesturingselement te gebruiken.