Operation Manual

DREAMWEAVER CS3
Handboek
600
De volgende stap voor het maken van de zoekpagina is het weergeven van de zoekresultaten in een gegevensraster. Zie “De
resultaten weergeven in een gegevensraster (ASP.NET)” op pagina 601.
Zoeken met meerdere zoekparameters (ASP.NET)
Als de zoekpagina meerdere zoekparameters bij de server indient, moet u een SQL-query schrijven en de zoekparameters
in SQL-variabelen gebruiken.
Opmerking: Als u maar één zoekvoorwaarde hebt, kunt u het dialoogvenster Eenvoudige DataSet gebruiken om de gegevensset
te definiëren (zie “Zoeken met slechts één zoekparameter (ASP.NET)” op pagina 599).
1 Open de resultatenpagina in Dreamweaver en maak een gegevensset door het paneel Bindingen te openen (Venster >
Bindingen), op de plusknop te klikken (+) en DataSet in het pop-upmenu te kiezen.
2 Controleer of het dialoogvenster Geavanceerde DataSet wordt geopend.
Alsinplaatsdaarvanheteenvoudigedialoogvensterwordtgeopend,kliktuopdeknopGeavanceerdomoverteschakelen
naar het geavanceerde dialoogvenster. Het geavanceerde dialoogvenster bevat een tekstgebied waarin SQL-instructies
kunnen worden ingevoerd.
3 Voer een naam in voor de gegevensset en selecteer een verbinding.
De verbinding moet een verbinding zijn met een database die gegevens bevat waarin de gebruiker kan zoeken.
4 Voer een SELECT-instructie in het tekstgebied SQL in.
Zorg ervoor dat de instructie een WHERE-clausule bevat met vraagteken (?) tijdelijke aanduidingen voor de
zoekparameters. Het volgende voorbeeld bevat twee tijdelijke aanduidingen:
SELECT EMPLOYEEID, FIRSTNAME, LASTNAME, DEPARTMENT, EXTENSION
FROM EMPLOYEE WHERE LASTNAME LIKE ?
AND DEPARTMENT LIKE ?
5 Geef de tijdelijke aanduidingen de waarden van de zoekparameters. Daartoe klikt u op de plusknop (+) in het gebied
Parameters en voert u de naam, het type en de waarde van de parameter in.
De parameters moeten in dezelfde volgorde worden vermeld als waarin ze in de SQL-instructie voorkomen.
Voer in het vak Naam een geldige parameternaam in. De naam mag geen spaties of speciale tekens bevatten.
Selecteer een gegevenstype in het pop-upmenu Type. Als de parameter bijvoorbeeld tekst zal bevatten, selecteert u WChar.
Voer in het vak Waarde de servervariabele in die de parameterwaarde gaat bevatten. Als de naam van het
formulierbesturingselement op de zoekpagina bijvoorbeeld txtCity is, wordt een servervariabele met de naam
Request.Form(“txtCity”) gemaakt en wordt een waarde in deze variabele opgeslagen.
U kunt ook een vollediger expressie invoeren die een standaardwaarde opgeeft voor het geval dat de servervariabele niet
bestaat. Als u bijvoorbeeld een Microsoft Access-database doorzoekt, kunt u de standaardwaarde % opgeven. De volgende
expressie controleert of de servervariabele Request.Form(
"txtCity") bestaat. Als de variabele bestaat (dus niet gelijk is aan
niets), retourneert de expressie de waarde van de variabele. Als de variabele niet bestaat, retourneert de expressie de
standaardwaarde
%.
(IIf((Request.Form("txtCity") <> Nothing),
Request.Form("txtCity"), "")) + "%"
Voor meer informatie raadpleegt u een handleiding voor Visual Basic of C#.
6 Klik desgewenst op Testen om een instantie van de gegevensset te maken met de standaardwaarden van de variabelen.
De standaardwaarden simuleren de waarden die anders door de zoekpagina zouden worden geretourneerd. Klik op OK
om de gegevensset te testen.
7 Klik op OK als u tevreden bent met de gegevensset.
De SQL-query wordt in de pagina ingevoegd.
In de volgende stap gaat u de zoekresultaten weergeven in een gegevensraster.