Operation Manual

DREAMWEAVER CS3
Handboek
570
door Macromedia. Macromedia plaatste het voorvoegsel MM_ voor alle functies en globale variabelen om te voorkomen dat
deze conflicten opleveren met zelfgeschreven code.
var MM_ERROR_STRING = "...";
function MM_hideLayer() {
Vermijd dezelfde codeblokken opdat de code die u schrijft niet al te zeer lijkt op de code in andere blokken. Als een
codeblok teveel op een ander codeblok op de pagina lijkt, zou het eerste codeblok in het paneel Servergedrag per ongeluk
kunnen worden beschouwd als een instantie van het tweede codeblok (of andersom). Een eenvoudige oplossing is het
toevoegen van een opmerking aan een codeblok om het verschil groter te maken.
Zie ook
Over aangepast servergedrag” op pagina 560
“Werkwijze voor aangepast servergedrag” op pagina 561
Servergedrag testen
Dreamweaver Exchange raadt u aan voor elk servergedrag dat u maakt, de volgende tests uit te voeren:
Pas het gedrag toe vanuit het paneel Servergedrag. Als het gedrag een dialoogvenster heeft, voert u in elk veld geldige
gegevens in en klikt u op OK. Controleer of er geen fouten optreden wanneer het gedrag wordt toegepast. Controleer
of de runtimecode voor het servergedrag in de codecontrole wordt weergegeven.
Pas het servergedrag nogmaals toe en voer ongeldige gegevens in elk veld van het dialoogvenster in. Probeer het veld
leeg te laten, gebruik extreem grote of negatieve waarden alsmede ongeldige tekens (zoals /, ?, :, * enzovoort) en voer
letters in numerieke velden in. U kunt formuliervalidatieroutines schrijven om ongeldige gegevens af te handelen (voor
validatieroutines moet handmatig worden gecodeerd, een onderwerp dat buiten het bereik van dit boek valt).
Wanneer u het servergedrag met succes op de pagina hebt toegepast, controleert u het volgende:
Controleer het paneel Servergedrag om na te gaan of de naam van het servergedrag voorkomt in de lijst met gedrag dat
aan de pagina is toegevoegd.
Controleer, indien van toepassing, of de pictogrammen van het script aan serverzijde op de pagina worden weergegeven.
De algemene pictogrammen van het script aan serverzijde zijn gouden schilden. Om de pictogrammen te zien, schakelt
u Onzichtbare elementen in (Weergave > Visuele hulpmiddelen > Onzichtbare elementen).
Controleer in de codeweergave (Weergave > Code) of er geen ongeldige code is gegenereerd.
Als uw servergedrag code in het document invoegt die een verbinding met een database tot stand brengt, maakt u een
testdatabase om de code die in het document is ingevoegd, te testen. Controleer de verbinding door query's te definiëren
die verschillende sets gegevens en gegevenssets van verschillende grootte produceren.
Tot slot laadt u de pagina op de server en opent u deze in een browser. Geef de HTML-broncode van de pagina weer en
controleer of geen ongeldige HTML is gegenereerd door de scripts aan serverzijde.
Formulieren maken
Formulieren
Met Dreamweaver kunt u formulieren maken met tekstvelden, wachtwoordvelden, keuzerondjes, selectievakjes, pop-
upmenu's, knoppen en andere formulierobjecten. In Dreamweaver kunt u ook code schrijven die de informatie controleert
die een bezoeker invoert. U kunt bijvoorbeeld controleren of het e-mailadres dat een gebruiker invoert, een '@'-symbool
bevat, of dat een vereist tekstveld een waarde bevat.
Zie “ColdFusion MX 7-formulieren maken” op pagina 641 en “ASP.NET-formulieren maken” op pagina 653.