Operation Manual

DREAMWEAVER CS3
Handboek
555
Aankoopservices die online bestellen van producten mogelijk maken;
Informatieservices die nieuwe of andere informatie verschaffen op basis van een geselecteerde belangstelling, locatie of
andere persoonlijke informatie.
Voordat u een webpagina maakt die een webservice gebruikt, moet u vertrouwd zijn met de onderliggende
servertechnologie van uw toepassing en de programmeerconstructies die de toepassing nodig heeft.
De webpagina die verbinding maakt met de webservice, wordt in het algemeen een consument ('consumer') genoemd en de
service zelf wordt een uitgever ('publisher') genoemd. In Dreamweaver kunt u pagina's en sites maken die consumenten van
webservices zijn. In Dreamweaver kunt u consumenten van webservices maken die ColdFusion, ASP.NET- en JavaServer
Pages (JSP)-documenttypen gebruiken, en webservices publiceren en implementeren met ColdFusion. Met Dreamweaver
kunt u met name de volgende ontwikkelingstaken voor webservices uitvoeren:
Selecteer webservices die beschikbaar zijn op internet.
Genereer een webserviceproxy die de communicatie tussen de webpagina en de uitgever van de webservice mogelijk
maakt.
De proxy (ook wel een abstractieklasse genoemd) bevat de velden, methoden en eigenschappen van de webservice, en stelt
deze beschikbaar voor de lokale pagina. Wanneer u een proxy voor uw pagina maakt, kunt u deze in Dreamweaver
weergeven in het Componentenpaneel.
Sleep methoden en gegevenstypen naar de code op de webpagina.
De werkwijze van een Dreamweaver-webservice
U moet de volgende taken uitvoeren als u een pagina of site wilt maken die consument is van een webservice die
Dreamweaver gebruikt:
1. Installeer en configureer een proxygenerator.
Dreamweaver is op voorhand geconfigureerd met Axis, de Apache SOAP proxygenerator die de ontwikkeling van JSP-
webservices ondersteunt. Als u ColdFusion-pagina's ontwerpt, is de proxygenerator voor webservices in de ColdFusion-
server opgenomen. Wanneer u verbinding maakt met de ColdFusion-server, hebt u automatisch toegang tot de
proxygenerator.
Als u webservicepagina's ontwerpt voor gebruik met ASP.NET, moet u de ASP.NET SDK installeren. Deze is verkrijgbaar
via Microsoft.
2. Geef met een browser een op het web gebaseerd register met webservices weer.
Er zijn diverse bronnen van webservices, van registersites voor webservices tot eenvoudige lijsten. De registers gebruiken
UDDI, een standaard waarmee serviceproviders en aanvragers elkaar kunnen zoeken en zaken met elkaar kunnen doen.
Met UDDI kunnen bedrijven services op het web zoeken die aan hun behoeften voldoen. Met UDDI kunt u bijvoorbeeld
bepaalde criteria opgeven, zoals de laagste prijs voor een bepaalde service, of dat specifieke informatie moet worden
geretourneerd.
3. Wanneer u een webservice hebt gevonden en geselecteerddie de vereiste functionaliteit biedt, voert u de URL van
de WSDL in het dialoogvenster Een webservice toevoegen in.
4. Genereer een proxy voor de webservice vanuit de WSDL-omschrijving van de serviceuitgever.
U moet een proxy maken als u een webservice in een webpagina wilt insluiten. De proxy verschaft de webpagina de
informatie die nodig is om met de webservice te communiceren, en benadert de methoden die de webservice verschaft.
Gebruik een proxygenerator om een proxy te maken vanuit het WSDL-bestand. Wanneer u de proxy hebt gemaakt, kunt
u deze op een van de volgende locaties installeren:
De lokale computer waarop u de webserviceconsument ontwikkelt;
De servercomputer waarop de toepassingsserver wordt uitgevoerd. U moet de proxy op de server installeren als u de
webpagina wilt implementeren en deze wilt laten communiceren met de uitgever van de webservice.