Operation Manual

DREAMWEAVER CS3
Handboek
553
Afhankelijke bestanden kopiëren
Sommige dynamische pagina's zijn voor een correcte werking afhankelijk van andere bestanden. U moet alle gerelateerde
bestanden, waaronder includes aan de serverzijde en afhankelijke bestanden zoals afbeeldingsbestanden en JSP-
klassebestanden, kopiëren naar de map die u voor de verwerking van dynamische pagina's hebt gedefinieerd. In
Dreamweaver worden afhankelijke bestanden niet automatisch naar de map gekopieerd wanneer u in de ontwerpweergave
Live-gegevens inschakelt.
Opmerking: Live-gegevens ondersteunt code in includes aan de serverzijde en toepassingsbestanden zoals global.asa (ASP) en
application.cfm (ColdFusion). Zorg ervoor dat u deze bestanden naar de server hebt gekopieerd voordat u Live-gegevens
inschakelt.
1 Open het Sitepaneel (Venster > Sitebestanden) en klik op de knop Uitvouwen (het laatste pictogram op de
paneelwerkbalk).
Het Sitepaneel wordt in volledige grootte weergegeven.
2 Klik op het pictogram Toepassingsserver op de werkbalk van het uitgevouwen Sitepaneel (het tweede pictogram aan de
linkerzijde).
De hoofdmap van de toepassingsserver wordt onder Externe site weergegeven.
3 Selecteer onder Lokale map de afhankelijke bestanden.
4 Klik op de blauwe pijl-omhoog op de werkbalk om de bestanden naar de toepassingsserver te kopiëren of sleep de
bestanden naar de juiste map onder Externe site.
U hoeft dit slechts één maal voor uw site te doen, tenzij u meer afhankelijke bestanden toevoegt, in welk geval u ook deze
naar de map moet kopiëren.
Zie ook
“Een webtoepassing instellen” op pagina 477
De pagina de verwachte parameters geven
Om dynamische inhoud te genereren, hebben sommige pagina's parameters van de gebruiker nodig. Een pagina heeft
bijvoorbeeld het id-nummer van een record nodig om die record te vinden en weer te geven. Zonder die gegevens kan
Dreamweaver geen dynamische inhoud genereren om in de ontwerpweergave weer te geven.
Als een pagina parameters van de gebruiker verwacht, moet u deze parameters als volgt verstrekken:
1 Selecteer in het documentvenster de optie Instellingen voor live-gegevens in het menu Weergave.
2 Vul het dialoogvenster in en klik op OK.
Als u de
GET-methode in het dialoogvenster Instellingen voor Live-gegevens hebt opgegeven, wordt een tekstvak op de
werkbalk van de ontwerpweergave weergegeven. Voer in dit vak verschillende URL-parameters in. Klik vervolgens op de
knop Vernieuwen (het pictogram met de cirkelvormige pijl) om te zien hoe de parameters de pagina beïnvloeden.
Voer elke URL-parameter met de volgende notatie in:
name=value;
In deze notatie is naam is de naam van de URL-parameter die de pagina verwacht, en waarde is de waarde van die parameter.
Zie ook
“URL-parameters” op pagina 507
De pagina vernieuwen
Klik, terwijl Live-gegevens is ingeschakeld, op de knop Vernieuwen (het pictogram met de cirkelvormige pijl) op de
documentwerkbalk om de pagina te vernieuwen, nadat u een wijziging hebt aangebracht die de dynamische inhoud
beïnvloedt.