Operation Manual

DREAMWEAVER CS3
Handboek
537
Standaard kan op een HTML-pagina maar één record tegelijk worden weergegeven. Als u andere records in de recordset
wilt weergeven, kunt u een koppeling toevoegen om de records een voor een te doorlopen, of kunt u een herhalingsgebied
maken om meer dan één record op een enkele pagina weer te geven.
Zie ook
“Bronnen met dynamische inhoud definiëren” op pagina 521
“Een navigatiebalk voor een recordset maken” op pagina 543
“Meerdere recordsetresultaten weergeven” op pagina 546
“Typografische elementen en pagina-indelingselementen toepassen op dynamische gegevens” op pagina 543
“Vooraf gedefinieerde gegevensindelingen gebruiken” op pagina 550
Dynamische tekst
Dynamische tekst neemt de tekstopmaak over die is toegepast op de bestaande tekst of op de invoegpositie. Als
bijvoorbeeld een trapsgewijs opmaakprofiel (CSS) de geselecteerde tekst beïnvloedt, wordt de dynamische inhoud die de
selectie vervangt, ook door dit opmaakprofiel beïnvloed. U kunt tekstopmaak aan dynamische inhoud toevoegen of deze
wijzigen met de tekstopmaakgereedschappen van Dreamweaver.
U kunt eveneens gegevensopmaak op dynamische tekst toepassen. Als uw gegevens bijvoorbeeld uit datums bestaan, kunt
u een specifieke datumnotatie toepassen, zoals 04/17/00 voor bezoekers uit de V.S, of 17/04/00 voor Canadese bezoekers.
Tekst dynamisch maken
U kunt bestaande tekst vervangen door dynamische tekst, of u kunt dynamische tekst op de plaats van de invoegpositie op
de pagina plaatsen.
Zie ook
Over recordsets” op pagina 517
“Vooraf gedefinieerde gegevensindelingen gebruiken” op pagina 550
Dynamische tekst toevoegen
1 Ga naar de ontwerpweergave en selecteer tekst op de pagina of klik op de plaats waar u dynamische tekst wilt toevoegen.
2 Selecteer in het paneel Bindingen (Venster > Bindingen) een inhoudsbron in de lijst. Als u een recordset selecteert, geeft
u de gewenste kolom in de recordset op.
De inhoudsbron moet platte tekst (ASCII-tekst) bevatten. Platte tekst omvat ook HTML. Als de lijst geen inhoudsbronnen
bevat of als de beschikbare inhoudsbronnen niet geschikt zijn, klikt u op de plusknop (+) om een nieuwe inhoudsbron te
definiëren.
3 (Optioneel) Selecteer een gegevensopmaak voor de tekst.
4 Klik op Invoegen of sleep de inhoudsbron naar de pagina.
De dynamische inhoud wordt op de pagina weergegeven als u in de ontwerpweergave werkt en als Live-gegevens is
ingeschakeld (Weergave > Live-gegevens).
Als Live-gegevens is uitgeschakeld, wordt een tijdelijke aanduiding weergegeven. (Als u tekst op de pagina hebt
geselecteerd, wordt de tekstselectie vervangen door de tijdelijke aanduiding.) De plaatsaanduiding voor recordsetinhoud
gebruikt de syntaxis
{RecordsetNaam.KolomNaam}, waarbij RecordsetNaam de naam van de recordset is en KolomNaam de
naam is van de kolom die u in de recordset hebt gekozen.
Het is mogelijk dat de pagina-indeling in het documentvenster wordt vervormd door de lengte van de tijdelijke
aanduidingen voor dynamische tekst. U kunt dit probleem oplossen door lege accolades als tijdelijke aanduidingen te
gebruiken, zoals in het volgende onderwerp wordt beschreven.