Operation Manual

DREAMWEAVER CS3
Handboek
531
2 Kies Venster > Bindingen om het paneel Bindingen weer te geven.
3 Klik op de plusknop (+) en selecteer Sessievariabele in het pop-upmenu.
4 Voer de naam in van de variabele die u in de broncode van de toepassing hebt gedefinieerd, en klik op OK.
Zie ook
“Door gebruikers ingediende gegevens verzamelen” op pagina 506
“In sessievariabelen opgeslagen gegevens openen” op pagina 508
“Hoe werken sessievariabelen” op pagina 508
“Informatie in sessievariabelen verzamelen, opslaan en ophalen” op pagina 509
Toepassingsvariabelen definiëren voor ASP en ColdFusion
In ASP en ColdFusion kunt u toepassingsvariabelen gebruiken om informatie op te slaan en weer te geven die gedurende
de levensduur van de toepassing wordt bijgehouden en die van gebruiker tot gebruiker blijft bestaan. Wanneer u de
toepassingsvariabele hebt gedefinieerd, kunt u de waarde ervan op een pagina gebruiken.
Opmerking: Er zijn geen toepassingsvariabele-objecten in JSP of PHP.
1 Open een dynamisch documenttype in het documentvenster.
2 Kies Venster > Bindingen om het paneel Bindingen weer te geven.
3 Klik op de plusknop (+) en selecteer Toepassingsvariabele in het pop-upmenu.
4 Voer de naam in van de variabele zoals u die in de broncode van de toepassing hebt gedefinieerd, en klik op OK.
De toepassingsvariabele wordt in het paneel Bindingen onder het toepassingspictogram weergegeven.
Zie ook
Over het toevoegen van dynamische inhoud” op pagina 536
“Servervariabelen definiëren” op pagina 532
Een variabele als gegevensbron voor een ColdFusion-recordset gebruiken
Wanneer u een recordset voor een pagina in het paneel Bindingen definieert, voert Dreamweaver de naam van de
ColdFusion-gegevensbron in de tag
cfquery op de pagina in. Voor meer flexibiliteit kunt u een gegevensbronnaam in een
variabele opslaan en deze variabele in de tag
cfquery gebruiken. Dreamweaver beschikt over een visuele methode om een
dergelijke variabele in uw recordsets op te geven.
1 Zorg ervoor dat een ColdFusion-pagina in het documentvenster actief is.
2 Klik in het paneel Bindingen op de plusknop (+) en kies Variabele voor naam gegevensbron in het pop-upmenu.
Het dialoogvenster Variabele voor naam gegevensbron wordt geopend.