Operation Manual

DREAMWEAVER CS3
Handboek
521
“Databaseverbindingen voor ASP-ontwikkelaars” op pagina 484
“Databaseverbindingen voor JSP-ontwikkelaars” op pagina 495
“Databaseverbindingen voor PHP-ontwikkelaars” op pagina 491
Paneel Componenten
Gebruik het paneel Componenten om componenten te maken en te bekijken en om componentcode op uw pagina's in te
voegen.
Opmerking: Het paneel werkt niet in de ontwerpweergave.
In dit paneel kunt u de volgende taken uitvoeren:
ColdFusion-componenten gebruiken (ColdFusion)” op pagina 633
“Webservices gebruiken” op pagina 554
Bronnen met dynamische inhoud definiëren
Een recordset definiëren zonder SQL te schrijven
U kunt een recordset maken zonder handmatig SQL-instructies in te voeren.
1 Ga naar het documentvenster en open de pagina waarop de recordset gebruikt zal worden.
2 Kies Venster > Bindingen om het paneel Bindingen weer te geven.
3 Klik in het paneel Bindingen op de plusknop (+) en kies Recordset (Query) in het snelmenu.
Het dialoogvenster Eenvoudige recordset wordt geopend. Als u een ColdFusion- of ASP.NET-site ontwikkelt, ziet het
dialoogvenster Recordset er iets anders uit. (Als in plaats van het dialoogvenster Eenvoudige recordset het dialoogvenster
Geavanceerde recordset wordt geopend, klikt u op de knop Eenvoudig om naar het dialoogvenster Eenvoudige recordset
te schakelen.)
4 Vul het dialoogvenster Recordset in voor uw type document.
Raadpleeg de onderstaande onderwerpen voor instructies.
5 Klik op de knop Testen om de query uit te voeren en te controleren of deze de bedoelde informatie ophaalt.
Als u een filter hebt gedefinieerd dat parameterinvoer van gebruikers gebruikt, typt u een waarde in het tekstvak Testwaarde
enkliktuopOK. Alsmetsucceseeninstantievanderecordsetisgemaakt,wordteentabelmetdegegevensuitderecordset
weergegeven.
6 Klik op OK om de recordset toe te voegen aan de lijst met beschikbare inhoudsbronnen in het paneel Bindingen.
Zie ook
“Databaseverbindingen voor ASP.NET-ontwikkelaars” op pagina 492
Opties voor het dialoogvenster Eenvoudige recordset (PHP, ASP, JSP)
1 Voer in het vak Naam een naam voor de recordset in.
Dikwijls wordt het voorvoegsel rs vóór recordsetnamen geplaatst om ze te onderscheiden van andere objectnamen in de
code, bijvoorbeeld:
rsPressReleases
Recordsetnamen mogen alleen letters, cijfers en het onderstrepingsteken (_) bevatten. U mag geen speciale tekens of spaties
gebruiken.
2 Selecteer een verbinding in het pop-upmenu Verbinding.
Als de lijst geen verbindingen bevat, klikt u op Definiëren om een verbinding te maken.