Operation Manual

DREAMWEAVER CS3
Handboek
517
Met Dreamweaver kunt u eenvoudig een database verbinden en een recordset maken waaruit u dynamische inhoud haalt.
Een recordset is het resultaat van een databasequery. Met een recordset haalt u de specifieke informatie die u vraagt, uit de
totale informatie en kunt u deze informatie op een opgegeven pagina weergeven. U definieert de recordset op basis van de
informatie in de database en de inhoud die u wilt weergeven.
Verschillende technologieleveranciers kunnen andere technologie hanteren voor een recordset. In ASP en ColdFusion
wordt een recordset een query genoemd. In JSP wordt een recordset een resultaatset genoemd. In ASP.NET wordt een
recordset een DataSet (of gegevensset) genoemd. Als u andere gegevensbronnen gebruikt, bijvoorbeeld gebruikersinvoer
of servervariabelen, is de naam van de gegevensbron die in Dreamweaver is gedefinieerd, gelijk aan de naam van de
gegevensbron zelf.
Dynamische websites hebben een gegevensbron nodig waaruit dynamische inhoud kan worden opgehaald en weergegeven.
Met Dreamweaver kunt u databases, request-variabelen, URL-variabelen, servervariabelen, formuliervariabelen,
opgeslagen procedures en andere bronnen van dynamische inhoud gebruiken. Afhankelijk van de gegevensbron kunt u
nieuwe inhoud ophalen om aan een verzoek te voldoen, of de pagina wijzigen om aan de behoeften van gebruikers tegemoet
te komen.
Elke inhoudsbron die u in Dreamweaver definieert, wordt toegevoegd aan de lijst met inhoudsbronnen in het paneel
Bindingen. Daarna kunt u de inhoudsbron invoegen op de geselecteerde pagina.
Over recordsets
Wanneer u een database als inhoudsbron voor een dynamische webpagina gebruikt, moet u eerst een recordset maken
waarin u de opgehaalde gegevens opslaat. Recordsets fungeren als intermediair tussen de database waarin de inhoud wordt
opgeslagen, en de toepassingsserver die de pagina genereert. Recordsets bestaan uit de gegevens die het resultaat zijn van
een databasequery en die tijdelijk in het geheugen van de toepassingsserver worden opgeslagen zodat ze sneller kunnen
worden opgehaald. De server verwijdert de recordset wanneer deze niet meer nodig is.
De recordset zelf is een verzameling gegevens die uit een opgegeven database is opgehaald. Dat kan een hele databasetabel
zijn, of een subset van de rijen en kolommen van de tabel. Deze rijen en kolommen worden opgehaald met een
databasequery die in de recordset is gedefinieerd. Databasequery's worden geschreven in SQL (Structured Query
Language), een eenvoudige taal waarmee u databasegegevens kunt ophalen, toevoegen en verwijderen. Met de SQL builder
die bij Dreamweaver wordt geleverd, kunt u eenvoudige query's maken zonder kennis van SQL. Als u echter complexe
query's wilt maken, moet u SQL leren en handmatig SQL-instructies schrijven en deze in Dreamweaver invoeren.
Opmerking: In Microsoft ASP.NET wordt een recordset een DataSet (gegevensset) genoemd. Als u met ASP.NET-
documenttypen werkt, wordt in de specifieke dialoogvensters en menukeuzen van ASP.NET de term DataSet (gegevensset)
gebruikt. In de documentatie bij Dreamweaver wordt in algemene zin de term recordset (of gegevensset) gebruikt, maar wordt
van DataSet (of soms ook gegevensset) gesproken wanneer het specifiek over ASP.NET-functies gaat.
Als u SQL gaat schrijven om met ASP.NET te gebruiken, gelden enkele specifieke omstandigheden voor ASP.NET waarmee
u rekening moet houden.
Voordat u een recordset definieert voor gebruik met Dreamweaver, moet u een verbinding met een database maken en
gegevens in de database invoeren als dat nog niet is gebeurd. Als u nog geen databaseverbinding voor uw site hebt
gedefinieerd, raadpleegt u het hoofdstuk over databaseverbindingen voor de servertechnologie waarvoor u ontwikkelt, en
volgt u de instructies voor het maken van een databaseverbinding.
Zie ook
“Een recordset definiëren zonder SQL te schrijven” op pagina 521
SQL schrijven voor ASP.NET
Wanneer u SQL-instructies schrijft in het dialoogvenster Geavanceerde gegevensset, moet u zich bewust zijn van enkele
specifieke omstandigheden die van toepassing zijn op ASP.NET. Deze omstandigheden worden in de volgende secties
beschreven.