Operation Manual

DREAMWEAVER CS3
Handboek
45
4 Klik op de knop Instellingen en geef de volgende informatie op in het dialoogvenster De Microsoft Visual SourceSafe-
database openen:
Klik voor het Databasepad op Bladeren om naar de gewenste Visual SourceSafe-database te bladeren of typ het volledige
pad naar het bestand.
Het bestand dat u selecteert wordt het srcsafe.ini-bestand dat wordt gebruikt voor het initialiseren van Visual SourceSafe.
Voer voor Project het project binnen de Visual SourceSafe-database in dat u wilt gebruiken als de hoofdmap van de
externe site.
Voer voor Gebruikersnaam en Wachtwoord uw aanmeldingsnaam en wachtwoord voor de geselecteerde database in.
Als u uw gebruikersnaam en wachtwoord niet kent, neemt u contact op met uw systeembeheerder.
Schakel de optie Opslaan in als u wilt dat Dreamweaver uw instellingen onthoudt.
5 Klik op OK om terug te gaan naar het dialoogvenster Sitedefinitie.
6 SelecteerAutomatischbestandenuploadennaardeserverbijhetopslaanalsuwiltdatDreamweaveruwbestanduploadt
naar de externe site als u het bestand opslaat.
7 Schakel de optie Bestanden uitchecken wanneer ze worden geopend uit als u niet wilt dat Dreamweaver uw bestanden
automatisch downloadt van de server wanneer u het lokale bestand opent.
Problemen met het instellen van de externe map oplossen
De volgende lijst bevat informatie over algemene problemen die u kunt tegenkomen bij het instellen van een externe map
en over hoe u die kunt oplossen:
De FTP-implementatie van Dreamweaver werkt mogelijk niet goed met bepaalde proxyservers, firewalls met meerdere
niveaus en andere vormen van indirecte servertoegang. Als u problemen hebt met FTP-toegang, vraagt u uw lokale
systeembeheerder om hulp.
Voor een FTP-implementatie met Dreamweaver, moet u verbinding maken met de hoofdmap van het externe systeem.
Zorg dat u de hoofdmap van het externe systeem opgeeft als de hostmap. Als u de hostmap hebt opgegeven met één
schuine streep (/), moet u mogelijk een relatief pad opgeven vanaf de map waarmee u verbinding maakt en de externe
hoofdmap. Als de externe hoofdmap een map van een hoger niveau is, moet u bijvoorbeeld mogelijk ../../ opgeven voor
de hostmap.
Gebruik liggende streepjes (_) in plaats van spaties en vermijd zoveel mogelijk het gebruik van speciale tekens in
bestands- en mapnamen. Als bestands- of mapnamen komma's, schuine strepen, punten of aanhalingstekens bevatten,
kan Dreamweaver mogelijk geen site-overzicht maken.
Als u problemen tegenkomt met lange bestandsnamen, geeft u de bestanden kortere namen. Op Mac OS mogen
bestandsnamen niet langer zijn dan 31 tekens.
Veel servers gebruiken symbolische koppelingen (UNIX), snelkoppelingen (Windows) of aliassen (Macintosh) om een
map op het ene gedeelte van de server te verbinden met een andere map op een andere locatie. Dergelijk aliassen hebben
doorgaans geen effect op de mogelijkheid om verbinding te maken met de desbetreffende map. Als u echter wel
verbinding kunt maken met één deel van de server maar niet met een ander deel, kan dit veroorzaakt worden door
aliassen die niet overeenkomen.
Als u een foutbericht krijgt over een put-bewerking op een bestand die niet mogelijk is, heeft de externe map mogelijk
onvoldoende ruimte. Raadpleeg het FTP-logboek voor gedetailleerdere informatie.
Opmerking: In het algemeen geldt dat wanneer er een probleem optreedt met een FTP-overdracht, u het FTP-logboek kunt
raadplegen. Hiervoor selecteert u Venster > Resultaten (Windows) of Site > FTP-logboek (Macintosh) en klikt u vervolgens op
FTP-logboek.
Een testserver instellen
Als u dynamische pagina's wilt ontwikkelen, heeft Dreamweaver de services van een testserver nodig voor het genereren
en weergeven van dynamische inhoud terwijl u werkt. De testserver kan uw lokale computer, een ontwikkelingsserver, een
parkeerserver of een productieserver zijn.