Operation Manual

DREAMWEAVER CS3
Handboek
496
Voer een naam in voor de verbinding en vervang de tijdelijke aanduidingen (tussen vierkante haken) door geldige
verbindingsparameters. Voor de tijdelijke aanduiding
[hostnaam] voert u het IP-adres of de naam in die door de
systeembeheerder aan de databaseserver is toegewezen. Voor de tijdelijke aanduiding
[sid] voert u de identificatie van
het databasesysteem in. Als er meer dan één Oracle-database draait op hetzelfde systeem, gebruikt u de systeem-id om ze
van elkaar te onderscheiden.
Als uw server bijvoorbeeld Aristotle heet, de databasepoort 1521 is en u een systeem-id voor de database SID hebt
gedefinieerd met de naam
patients op die server, voert u de volgende parameterwaarden in Dreamweaver in:
Een JDBC-stuurprogramma verkrijgen voor uw database
Zorg dat u beschikt over een JDBC-stuurprogramma voor uw database voordat u een databaseverbinding probeert te
maken. Sommige algemene JDBC-stuurprogramma's bevatten het Oracle Thin JDBC-stuurprogramma, Oracle Java
Driver en de i-net JDBC-stuurprogramma's voor Microsoft SQL Server.
Leveranciers van databasesystemen, zoals Oracle, leveren vaak een stuurprogramma bij het systeem. U kunt ook elders een
stuurprogramma aanschaffen. U kunt bijvoorbeeld een JDBC-stuurprogramma voor Microsoft SQL Server verkrijgen bij
i-net software op www.inetsoftware.de/products/jdbc/.
Op de website van Sun vindt u ook een doorzoekbare database met JDBC-stuurprogramma's en de leveranciers hiervan op
http://developers.sun.com/product/jdbc/stuurprogramma's.
Zie ook
“Het Sun JDBC-ODBC Bridge-stuurprogramma installeren” op pagina 497
Een JSP-databaseverbinding maken
Nadat u een geschikt JDBC-stuurprogramma hebt geïnstalleerd voor uw database op de computer waarop uw
toepassingsserver draait, kunt u een databaseverbinding maken in Dreamweaver.
1 Open een JSP-pagina in Dreamweaver en open vervolgens het Databasespaneel (Venster > Databases).
2 Klik op de plusknop (+) en selecteer uw stuurprogramma in het menu. (Als uw stuurprogramma niet in de lijst staat,
selecteert u Aangepaste JDBC-verbinding)
3 Voer de verbindingsparameters in het dialoogvenster in.
4 Geef de locatie op van het JDBC-stuurprogramma dat u wilt gebruiken.
Als uw JDBC-stuurprogramma is geïnstalleerd op dezelfde computer als Dreamweaver, selecteert u Stuurprogramma
gebruiken op deze computer.
Als uw JDBC-stuurprogramma niet is geïnstalleerd op dezelfde computer als Dreamweaver, selecteert u
Stuurprogramma gebruiken op testserver.
Opmerking: Macintosh-gebruikers kunnen deze stap overslaan omdat alle databaseverbindingen de toepassingsserver
gebruiken.
5 Indien gewenst, kunt u het aantal database-items beperken dat Dreamweaver ophaalt tijdens de ontwerpfase, door op
Geavanceerd te klikken en een schema- of catalogusnaam in te voeren.