Operation Manual
DREAMWEAVER CS3
Handboek
490
3 Gebruik de methode MapPath om een waarde te verkrijgen voor het argument stringvariable.
Hieronder ziet u een voorbeeld:
<% Response.Write(Server.MapPath("/jsmith/index.htm")) %>
4 Schakel over naar de ontwerpweergave (Weergave > Ontwerp) en schakel Live-gegevens in (Weergave > Live-gegevens)
om de pagina te bekijken.
Op de pagina wordt het fysieke pad weergegeven van het bestand op de toepassingsserver, bijvoorbeeld:
c:\Inetpub\wwwroot\accounts\users\jsmith\index.htm
Voor meer informatie over de methode MapPath raadpleegt u de online documentatie die wordt geleverd bij Microsoft IIS.
Een virtueel pad gebruiken om te verbinden met een database
Als u een verbindingstekenreeks zonder DSN wilt schrijven voor een databasebestand dat zich op een server op afstand
bevindt, moet u weten wat het fysieke pad naar het bestand is. In het volgende voorbeeld ziet u een typische
verbindingstekenreeks zonder DSN voor een Microsoft Access-database:
Driver={Microsoft Access Driver (*.mdb)};
DBQ=c:\Inetpub\wwwroot\accounts\users\jsmith\data\statistics.mdb
Als u het fysieke pad van uw bestanden op de server op afstand niet weet, kunt u erachter komen wat het pad is met behulp
van de
MapPath-methode in de verbindingstekenreeks.
1 Upload het databasebestand naar de server op afstand en noteer het virtuele pad (bijvoorbeeld
/jsmith/data/statistics.mdb).
2 Open een ASP-pagina in Dreamweaver en open vervolgens het paneel Databases (Venster > Databases).
3 Klik op de plusknop (+) in het paneel en selecteer Aangepaste verbindingstekenreeks in het menu.
4 Voer een naam in voor de nieuwe verbinding, zonder spaties of speciale tekens.
5 Voer de verbindingstekenreeks in en gebruik de
MapPath-methode om de DBQ-parameter in te voeren.
Stel dat het virtuele pad naar uw Microsoft Access-database /jsmith/data/statistics.mdb is; de verbindingstekenreeks kan
dan als volgt worden uitgedrukt als u VBScript gebruikt als scripttaal:
“Driver={Microsoft Access Driver (*.mdb)};DBQ=” & Server.MapPath¬
("/jsmith/data/statistics.mdb")
Het en-teken (&, ook wel ampersand genoemd) wordt gebruikt om twee tekenreeksen aan elkaar te smeden. De eerste
tekenreeks staat tussen aanhalingstekens en de tweede wordt verkregen met de
Server.MapPath-expressie. Wanneer de
twee tekenreeksen worden gecombineerd, ontstaat de volgende tekenreeks:
Driver={Microsoft Access Driver (*.mdb)};
DBQ=C:\Inetpub\wwwroot\accounts\users\jsmith\data\statistics.mdb
Als u JavaScript gebruikt, is de expressie identiek, alleen gebruikt u een plusteken (+) in plaats van het en-teken (&) om de
twee tekenreeksen samen te voegen:
“Driver={Microsoft Access Driver (*.mdb)};DBQ=” + Server.MapPath¬
("/jsmith/data/statistics.mdb")
6 Selecteer Stuurprogramma gebruiken op testserver, klik op Testen en klik vervolgens op OK.
Opmerking: Macintosh-gebruikers kunnen deze stap overslaan omdat alle databaseverbindingen de toepassingsserver
gebruiken.
Opmerking: Als het niet lukt om een verbinding tot stand te brengen, moet u de verbindingstekenreeks nog eens controleren of
neemt u contact op met uw ISP om na te gaan of het databasestuurprogramma dat u hebt opgegeven in de
verbindingstekenreeks, is geïnstalleerd op de server op afstand. Controleer ook of de ISP de meest recente versie heeft van het
stuurprogramma. Een database in Microsoft Access 2000 werkt bijvoorbeeld niet met Microsoft Access Driver 3.5. U hebt
Microsoft Access Driver 4.0 of recenter nodig.