Operation Manual

DREAMWEAVER CS3
Handboek
483
Het definiëren van een Dreamweaver-site voor uw webtoepassing omvat de volgende drie stappen:
1. Een lokale map definiëren
De lokale map is de map die u gebruikt voor het opslaan van werkende exemplaren van sitebestanden op uw vaste schijf.
Ukunteenlokalemapdefiniërenvoorelkenieuwewebtoepassingdieumaakt. Hetdefiniërenvaneenlokalemapgeeftu
ook de mogelijkheid uw bestanden te beheren en bestanden gemakkelijk van en naar uw webserver over te brengen.
2. Een externe map definiëren
Definieer een map op de computer waarop uw webserver draait, als een Dreamweaver-map op afstand. De map op afstand
is de map die u voor uw webtoepassing hebt gemaakt op de webserver.
3. Een testmap definiëren
Dreamweaver gebruikt deze map om dynamische inhoud te genereren en weer te geven en om een verbinding met
databases tot stand te brengen terwijl u werkt. De testserver kan uw lokale computer, een ontwikkelingsserver, een
parkeerserver of een productieserver zijn. Wat u kiest, maakt niet uit, zolang de server maar de dynamische pagina's kan
verwerken die u wilt gaan ontwikkelen.
Zodra de Dreamweaver-site is gedefinieerd, kunt u beginnen met het bouwen van uw webtoepassing.
Zie ook
“Een Dreamweaver-site opzetten” op pagina 38
“Een lokale hoofdmap instellen en bewerken” op pagina 40
“Een externe map instellen” op pagina 41
“Een testserver instellen” op pagina 45
Databaseverbindingen voor ColdFusion-ontwikkelaars
Verbinding maken met een ColdFusion-database
Wanneer u een ColdFusion webtoepassing ontwikkelt in Dreamweaver, maakt u verbinding met een database door een
ColdFusion-gegevensbron te selecteren die is gedefinieerd in Dreamweaver of in ColdFusion Administrator, de
beheersconsole van de server.
Voordat u een verbinding met een database tot stand brengt, moet u eerst een ColdFusion-webtoepassing instellen. Ook
moet u een database instellen op uw lokale computer of op een systeem waartoe u toegang hebt via een netwerk of FTP-
server.
Zorg ervoor dat u in Dreamweaver opgeeft waar de ColdFusion-gegevensbronnen te vinden zijn. Op het moment van het
ontwerpen plaatst Dreamweaver scripts in een map op de computer met ColdFusion om de ColdFusion-gegevensbronnen
op te halen. U moet deze map opgeven in de testservercategorie van het dialoogvenster voor de sitedefinitie.
Vervolgens moet u een ColdFusion-gegevensbron maken in Dreamweaver of in ColdFusion Administrator (als er niet al
een bestaat). Zodra u een ColdFusion-gegevensbron hebt gemaakt, kunt u deze gebruiken in Dreamweaver om verbinding
met de database te maken.
Een ColdFusion-gegevensbron maken of aanpassen
Voordat u database-informatie op uw pagina kunt gebruiken, moet u eerst een ColdFusion-gegevensbron maken. Als u
werkt met ColdFusion MX 7 of later, kunt u de gegevensbron rechtstreeks in Dreamweaver maken of aanpassen. Als u werkt
met ColdFusion MX, moet u ColdFusion MX Administrator, de beheerconsole van de server, gebruiken om de
gegevensbron te maken of aan te passen. In dat geval kunt u nog steeds Dreamweaver gebruiken om ColdFusion MX
Administrator te openen.