Operation Manual

DREAMWEAVER CS3
Handboek
474
Een servertechnologie De technologie die een toepassingsserver gebruikt om dynamische pagina's in runtime te wijzigen.
De ontwikkelomgeving van Dreamweaver ondersteunt de volgende servertechnologieën:
Macromedia® ColdFusion® vanuit Adobe
Microsoft ASP.NET
Microsoft Active Server Pages (ASP)
Sun JavaServer Pages (JSP)
PHP: Hypertext Preprocessor (PHP)
U kunt ook de codeeromgeving van Dreamweaver gebruiken om pagina's te ontwikkelen voor servertechnologieën die hier
niet worden genoemd.
Een statische pagina Een webpagina die niet door een toepassingsserver wordt gewijzigd voordat de pagina naar een
browser wordt verzonden. Zie “Statische webpagina's verwerken” op pagina 468 voor meer informatie.
Een webtoepassing Een website die pagina's bevat met gedeeltelijk of geheel onbepaalde inhoud. De uiteindelijke inhoud
van deze pagina's wordt pas bepaald wanneer een bezoeker een pagina opvraagt bij de webserver. Omdat de uiteindelijke
inhoud van de pagina per verzoek kan verschillen omdat deze afhankelijk is van de acties van de bezoeker, wordt dit type
pagina een dynamische pagina genoemd.
Een webserver Software die webpagina's verzendt als antwoord op aanvragen van webbrowsers. Een paginaverzoek wordt
gegenereerd wanneer een bezoeker op een koppeling op een webpagina in de browser klikt, een bladwijzer in de browser
selecteert of een URL in het tekstvak Adres van de browser invoert.
Voorbeelden van populaire webservers zijn Microsoft Internet Information Server, Microsoft Personal Web Server, Apache
HTTP Server, Netscape Enterprise Server en Sun ONE Web Server.
Een lokale webserver installeren
De basisprincipes van de webserver
Voor het ontwikkelen en testen van dynamische webpagina's hebt u een werkende webserver nodig. Een webserver is
software die webpagina's verwerkt in reactie op aanvragen van webbrowsers. Een webserver wordt soms ook wel een
HTTP-server genoemd. U kunt een webserver installeren en gebruiken op uw lokale computer.
Als u een Macintosh-gebruiker bent, kunt u de Apache-webserver gebruiken die al op uw uw Macintosh is geïnstalleerd.
Opmerking: Adobe biedt geen technische ondersteuning voor software van derden, zoals Microsoft Internet Information Server.
Als u hulp nodig hebt bij een product van Microsoft, kunt u contact opnemen met de technische ondersteuning van Microsoft.
Als u Internet Information Server (IIS) gebruikt voor het ontwikkelen van webtoepassingen, is de standaardnaam van uw
webserver de naam van uw computer. U kunt de servernaam wijzigen door de naam van uw computer te wijzigen. Als uw
computer geen naam heeft, wordt het woord localhost gebruikt.
De servernaam komt overeen met de hoofdmap van de server, die (op een Windows-computer) zeer waarschijnlijk
C:Inetpub\wwwroot is. Elke webpagina die is opgeslagen in de hoofdmap, kunt u openen door de volgende URL in te
voeren in een browser op uw computer:
http://naam_server/naam_bestand
Als de servernaam bijvoorbeeld zwarte_zee is en er een webpagina met de naam zon.html is opgeslagen op
C:\Inetpub\wwwroot\ kunt u de pagina openen door de volgende URL in te voeren in een browser op de lokale computer:
http://zwarte_zee/zon.html
Opmerking: Denk eraan dat u in URL's de gewone schuine streep gebruikt en niet de achterwaartse schuine streep.